Schip van Barentz





Na vele maanden zeven dagen per week te hebben gebouwd aan de maquette (zie hiervoor ook het laatste nummer van de modelbouwer) heb ik mezelf een dikke week verlof gegeven om verder te bouwen aan de het schip van Barentz.. (schaal 1 : 87).

upload_2020-5-8_11-36-18.jpg


De stuurstand kwam aan bod. Net als Hoving geloof ik niet erg in een kolderstok constructie. Deze scheepjes waren zo klein dat een eenvoudige helmstok, in plaats van een tamelijk kwetsbare kolderstok, net zo goed kon. Bij grote retourschepen lag dat anders daar was aanzienlijk meer kracht nodig om het roer te bedienen.
De roerganger moest natuurlijk wel over het boevennet van het achterschip kunnen kijken. En daar heb ik op zitten puzzelen.

upload_2020-5-8_11-36-18.jpg


Met een kartonnen boevennet kon ik dit testen. Zijn hoofd steekt er goed boven uit en met het gegeven dat het boevennet op het voorschip iets hoger ligt, blijkt dit te kunnen. Ik het niet helemaal dicht gelegd omdat in die overblijvende sleuf ook nog ruimte moest zijn om de bezaan te bedienen en een trap te maken naar het achterdek (en als het regent…….dan trekt de roerganger maar een jas aan).

Inmiddels heb ik de bezaanmast gemaakt (nog niet op de juiste lengte) en de midscheeps nagelbank.

upload_2020-5-8_11-36-18.jpg


De ruimte die tussen de overkappingen overblijft is voldoende om de bok en de schuijt er uit te kunnen takelen.
Inmiddels heb bij het bestuderen van de oertekst van Gerrit de Veer ontdekt dat twee keer vermeld is dat de schuijt werd uitgezet. Namelijk op 10 juni en op 20 juli. Die regels zijn om de een of andere reden niet opgenomen in de hedendaagse versie van het verhaal.
10 juni: “ Den 10. Juny setten wy onsen schuijt uyt ende voeren met ons acht persoonen naer landt…”
20 juli: “Wy setten onse schuijt uyt ende royden met ons achten aen t’land”
Ik was er al van overtuigd dat de schuijt niet gesleept werd, dat kon eenvoudig niet vanwege de ijsschotsen, bovendien blijkt uit reisjournaals van andere vaartochten dat deze boot op het dekstond vanwege het risicovolle feit dat ze verloren konden gaan tijdens stormen.

Constant
 
Dat is juist wat ik ook zo vreemd vind op het schip in Harlingen. Kijk even naar mijn posting van 12 november 2018, daar heb ik aangegeven dat van Yk het niet nodig vindt om op kleine schepen een ankerbeting te maken. Het braadspit kan daar voor ankerbeting door gaan en de ankerkabel wordt daar dus op belegd. Daardoor ontstaat er ook plaats voor het parkeren van de bok en de schuit.
Op mijn model loopt de ankerkabel vrij onder de nagelbank door, daar is plek voor.
Constant
 
Roosterluiken
Het schip heeft twee roosterluiken die allebei, gescheiden door een tussenbalk, midscheeps zitten.
Ik maak ze op de volgende manier.

B is het blad van een grote ijzerzaag, zo’n blauwe, die ik voorzien heb van een latje om mijn vingers te beschermen. Die zaag heeft een dikte van iets minder dan een 1 mm, daar maak ik dan een sleufje mee van breed 7,5 cm omgerekend op de schaal 1 : 87.
De gaten in een rooster mogen nooit groter zijn dan 7,5 cm, anders breken de opvarenden hun enkels als ze er overheen lopen.
Dan maak ik een kleine geleiding waar ik een bundeltje perenhouten latjes (A) van 2,5 x 0,8 mm doorheen schuif. Daar zaag ik dan voorzichtig sleufjes mee die keurig ophouden bij de dikte van de beide metalen ringen die onder de zaag zitten. Als ik iets te veel op die ringen weg haal door de zaag dan kan ik die ringen in een andere positie draaien



upload_2020-5-13_11-16-37.jpg


Ik krijg dan latjes met inkepingen zoals links onder. Die lijm ik dan tegen elkaar zodat ik een rooster krijg. Als alles droog is dan werk ik ieder gaatje nog even bij met een daar doorheen gestoken los figuurzaagje, voornamelijk om lijmresten te verwijderen, en zaag ze af in het juiste formaat. Op al mijn scheepsmodellen maakte ik op die manier de roosters.

Constant
 
Back
Top