Ik stond nu voor de keuze om:
A: het vergelijkbare deel aan de bakboord zijde te bouwen;
B: het gemaakte stuk te voorzien van alle resterende klinknageltjes en grijs te spuiten;
C: het net gebouwde deel aan te vullen met het achterschip.
Gekozen voor C. Het is alleen jammer dat ik dat niet in het echt bij de Balder kan bekijken. In het achterschip is namelijk de motor aangebracht en is de ruimte voor een groot deel machinekamer.
In de verzamelijk tekeningen die ik van het bestuur van de SZB kreeg kwam ik 3 voorbeelden van de indeling van een achterschip tegen:
1: een oude tekening van de Scheepswerf A. de Jong;
2: een tekening van een soortgelijke logger, gebouwd in Katwijk aan Zee;
3: een tekening die gebruikt is voor de restauratie in Amsterdam;
4: nieuwe werktekening van S. de Jong in het Amsterdamse restauratieboek, maar een tekening van de zeillogger Sterna. Collectie visserijmuseum Vlaardingen.
Opvallend:
-het zaathout is bij alle 4 verschillend.
-de plaatsing van de bezaansmast is verschillend.
-met name de vloeren van de verschillende ruimtes verschilt.
Besloten om de oude tekening (1) als uitgangspunt te nemen omdat deze qua spantindeling zo goed als overeen kwam met de indeling op het lijnenplan die in gebruikt heb voor het tekenen van de spanten in Fushion:
-In Blauw: de kielbalk met achtersteven en het zaathout;
-In Grijs: alle wanden en vloeren;
-In Rood omcirkeld alle dekbalken met bijbehorende spantnummers.
Dit zijn dan nog de spanten die ik moet plaatsen:
Onderop de 4 spanten die op en achter de achtersteven komen.
Voor de indeling van het verblijf voor de kapitein en stuurman heb ik deze foto:
(Bron: Restauratieboek Scheepvaartmuseum, pag. 65: "de achterkajuit, naar achter gezien. Foto: Theo Kampa, Bloemendaal.")
Voor mij dus de nodige artistieke vrijheid om een indeling te gaan maken. Dat wordt nog even puzzelen .......
Gr. Peter