Iedere keer als wij als bouwteam bij elkaar komen om de volgende stappen in onze model bouw te bespreken eindigt dit in ons enorme respect voor de vele technische details van de oorspronkelijke installatie.
Vervolgens komt dan ook de vraag op welke manier wij dit dan inzichtelijk kunnen maken.
We willen zo veel mogelijk nabouwen van wat ooit geweest is, maar dat kan helaas niet altijd samen gaan met de noodzakelijke opengewerkte onderdelen om de functie duidelijk te maken. Dat betekent dat we doorlopend keuzes moeten maken.
Een voorbeeld hiervan is de fundering van de ketels.
De ketels staan in een eigen ruimte in het ketelhuis waarbij die “mantel“ zowel een isolerende als ook een constructieve dragende functie heeft.
Het vuur werd gestookt onder het overstekende deel van grote (bovenste) stoomketel. De hete rookgassen werden via een gemetselde gangen afgevoerd langs een van twee waterketels. Aan het eind van de waterketel werden de gassen via een andere gang weer naar voren geleid om daar vervolgens weer om te keren naar achter en dan uiteindelijk te worden afgevoerd naar de schoorsteen. Op deze manier gaan de hete gassen een paar keer langs de water- en stoomketel. Achter de ketels zat een “verzamel ruimte” waarin alle vier de ketels hun rookgassen in lieten uitstromen. En in de achtermuur met de doorgang vanaf het ketellabyrint naar die verzamelruimte was een schuif opgehangen waarmee de trek kon worden geregeld.
Hoe ga je dit nu in het model laten zien……
Onze keuze is om twee ketels helemaal ingebouwd te hebben en twee ketels gedeeltelijk open te houden. Maar van het labyrint kunnen we dan eigenlijk niet veel laten zien omdat het daarmee waarschijnlijk gewoon te vol wordt.
We gaan bouwen en bekijken dan wat we kunnen toevoegen…..
Leuke uitdaging daarbij is dat de ketels een stukje in de voor en achter muur staken.
Dat betekent dat deze muren in twee lagen moeten worden opgebouwd…een basislaag waarin de ketels steken, waartegen dan een tweede “ blinde” laag wordt gezet.
De basis wordt gemaakt van 6 mm triplex en de “blinde” laag van 3 mm triplex. Tesamen zijn deze 9 mm en daarmee even dik als de zijmuur en de tussenmuren.
Hier de start van de bouw van de binnenruimte.
Met hier de achterste (eerste) muur… waarbij nogmaals opgemerkt dat de twee achterste twee ketels helemaal zullen worden ingebouwd…en derhalve minder gedetailleerd hoeven te zijn.
Bij de voorste twee ketels wordt de tussenruimte (op de smalle betegelde vloer) naar de schoorsteen opengelaten. Daar zijn de twee poorten zichtbaar waar de rookgassen uit de ketelruimte naar de “ verzamelruimte stromen. Deze poorten komen ook in de “blinde” muur en voor die twee poorten komen de schuiven voor de regeling van de “trek”.
En hier de basismuur in aan voorkant. Hierin komen nog de zichtbare gaten voor de slakkenafvoer.
Een stapje verder met de tweede blinde muur waartegen de frontjes komen.
De muren hebben nu de hoogte van het “dak” van de ketelmantel. Op de muren komt later nog wel een afwerkrand, maar zo is al duidelijk te zien dat een smalle strook van de stoomketels zichtbaar blijft. Dat is nl. strook waarin alle aansluitingen zitten.
Bij de voorste ketel staat even “koud” het eerste frontje met de open deur en de openingen voor de kolen en afvoer van de slakken.
Voor de oplettende volgers.
De voorste lange wand langs de ketels is nog niet geplaatst.
Deze gaan we ook grotendeels weglaten om het vuurrooster en de slakkenruimte te laten zien. Dus dat hoekje gaat nog worden aangepast.
Alleen heeft deze vuur-/ slakken ruimte een speciale vorm die mij nu nog even de nodige hoofdbrekers geven…….
Gr.
Jan Blonk