Afgelopen weken heb ik vooral verder gewerkt aan het ketelhuis.
De ruwe vorm paste prima bij het gebouw dat er omheen komt, dus kon ik verder met de afwerking.
Was best nog veel werk om alles netjes pas te maken, maar best wel weer redelijk gelukt.
En ook in kleur gezet. Na plamuren, en voorbehandeling met grondlak, is daarvoor dezelfde lak gebruikt als straks op de buitenmuren wordt gezet. (zie de voet van schoorsteen in een eerdere post).
Alleen gebruiken we hier voor het ketelhuis geen stenenstructuur. Dit is voor deze oppervlakken behoorlijk prijzig, en de toegevoegde waarde daarvan voor het binnenste van de maquette is niet zo groot.
Voor de vuurfrontjes staan intussen ook spui afsluiters.. Een voor iedere waterketel. Daarmee konden de waterketels onder de stoomketels worden gespuid…(= leeg laten lopen).
We weten niet precies hoe dat ooit bij de ketels is geweest. We weten alleen dat de water leiding in de vloer ter hoogte van de voormuur van de ketel liep. Maar ook al is dit wellicht niet historisch correct, door ze op deze manier op te stellen, kunnen ze ook in het complete verhaal van de werking van het gemaal worden meegenomen.
Verder komen er op de muur nog bij iedere ketel nog peilglazen en kraantjes.
En natuurlijk bovenop nog een drukmeter. Hier een proefmodel….8 mm diameter (met een “geprinte” schaal van 6 mm.)
Aan de achterzijde ook de schuiven verder afgewerkt.
Daarnaast ook het vaste deel van de tussenmuur een kleurtje gegeven.
Uit het bouwbestek weten we dat de binnenmuren gepleisterd waren en wit waren geschilderd.
Dat maakt het voor ons eigenlijk wel makkelijk.
Op de witte muur is “oud Hollands wit” gezet. Niet dat steriele wit, maar roomkleurig, en dat combineert ook heel mooi met de kleuren van de vloeren, de ketelmantel en zeker ook bij de machine.
Hier de muur aan de kant van de stookruimte. ( alles nog schoon zonder vervuiling door kolenstof…).
En hier aan de zijde van de machinekamer.
Gr. Jan Blonk