Landing: inschatten snelheid, hoogte, afstand, windsnelheid.

WillydeWoofer

Forum veteraan
Zijn er meer vliegers die bovenstaande zaken lastig vinden?
Wat kun je doen, om daar meer grip op te krijgen?
Naar de rand van het veld lopen, waar je binnen gaat komen?
 
Oefenen, ijkpunten zoeken op en rond het veld en geconcentreerd zijn.

Voor de windsnelheid heb je al een hele vlucht gehad om deze aan te voelen. En als de wind te vlagerig is voor je vertrouwen, dan blijf je aan de grond.
 
oefenen, oefenen, oefenen. niet gewoon maar rondjes vliegen, maar eens een paar vluchten niks anders doen dan aanvliegen en landen met doorstart. en dat liefst elke vlieg dag elke vlucht totdat je niet meer hoeft na te denken.
 
En probeer ook je model op grotere hoogte wat beter te leren kennen:
- hoe langzaam kan je vliegen? beetje up, beetje gas, kan een model enorm veel langzamer laten vliegen
- wat gebeurt er als je te langzaam vliegt? snapt ie? stalled ie over 1 tip, of zakt ie in horizontale stand bijna rechtstanding? etc
- kijk naar je eigen vlieg gedrag: veel vliegers vliegen downwind te hoog, waardoor je in de bocht naar landing moet zakken = extra snelheid
- zijn er manieren om je model te remmen? bij een motormodel is een vrij-draaende propellor een remmende factor, meer als een prop die stil staat.
- bij hotliners/zwevers kan je met ailerons en kleppen nog leuke dingen doen.
Laat ervaren vliegers eens met je mee kijken, soms is het een samenspel van alle bovenstaande zaken
 
Om een indicatie van je vliegsnelheid te krijgen kun je leren voelen hoeveel je je hoogteroer aangetrokken moet houden om de hoogte vast te houden. Hoe langzamer je vliegt hoe meer hoogteroer je getrokken moet houden. Dit effect is sterker voelbaar naarmate je zwaartepunt verder naar voren gaat. Probeer dit maar eens op hoogte uit, want tijdens dit spelletje ga je een keer overtrekken en dat doe je beter niet vlak boven de grond.

Afstand inschatten verder dan een paar meter van je af is voor iedereen lastig. Wij hebben schrikdraad rond het veld staan en je wil niet weten hoeveel mensen al tegen een schrikdraadpaal zijn geland, die naast de baan staat. De remedie is dan, loop naar de kop van de baan als je wil leren landen. Dan wordt je gedwongen om eerst jezelf voorbij te vliegen en dan te landen. Het is vaak uit onbewuste vrees om recht naar jezelf toe te vliegen, dat men probeert aan de overkant van de landingsbaan te blijven en dan tegen die paal knalt. Vind je het moeilijk om spiegelbeeld te sturen in je landing, draai dan je zender in je hand, zodat hij parallel met de vliegrichting wijst. Ik gebruik dat trucje ook bij lesgeven.

Ook op final zie ik mensen vaak te hoog binnenkomen, al dan niet met motor uit. Heb je een kist met hoge vleugelbelasting en/of een te voorlijk zwaartepunt, dan kan dat problemen opleveren dat je wel voldoende snelheid hebt om naar de baan te zakken, maar niet voldoende om ook nog af te vangen. Kijk maar wie er op de club met retracts vliegt en die het vaakst moet repareren/vervangen. Oefen eens met langzaam vliegen en ga daarna eens met sleepgas erop met een zo vlak mogelijke nadering proberen te landen.
 
Aansluitend op 'hmeijdam'
Ik zie veel mensen schuin op zichzelf af vliegen voor de landing. Je ziet het model dan meer van voren als van opzij.
Op die manier is het lastig om je glijpad in te schatten, je ziet immers wel hoogte maar geen afgelegde weg.

Een betere manier is om je landingskoers zo te kiezen dat als je de lijn doortrekt je vóór je langs vliegt, op die manier zie je het model meer van opzij dan van voren.
en van opzij kan je wel de hoogte en de afgelegde weg (samen is dat je glijpad) inschatten.
Dan beetje anticiperen... kom je te kort, beetje gas erbij, kom je te snel binnen, remmen , of voorbereiden op een go-around.

Dit zijn eigenlijk vaardigheden die je bij je brevet oefeningen met de pap-lepel ingegoten zou moeten zijn :koud:
 
Dat zijn al veel goede adviezen tot nu toe, mannen.

Op het ene veld speelt het probleem wel, op het andere veld niet. Ik heb jullie tips daar op los gelaten.
Wat blijkt nu? Waar het lastig is, zijn geen oriëntatie punten voor wat de diepte betreft.
De ene keer ben ik te ver weggevlogen voor de final. Dan haal ik het veld nauwelijks.
De andere keer, krijg ik hem maar net achteraan op het veld tot stilstand.

Een zeer ervaren instructeur had het over de neusstand. Daar kun je het e.e.a. aan aflezen. De komende week gaat hij mij daarin begeleiden.
Ik moet zeggen dat ik de uitleg, door de telefoon, niet 100% begreep. Is er iemand hier, die dat kan verduidelijken?
Hij zei, dat ik dat eenvoudigweg nog kan leren. Dat is mooi, want deze oude muzikant heeft nog heel veel plannen ;):D.
 
En probeer ook je model op grotere hoogte wat beter te leren kennen:
- hoe langzaam kan je vliegen? beetje up, beetje gas, kan een model enorm veel langzamer laten vliegen
- wat gebeurt er als je te langzaam vliegt? snapt ie? stalled ie over 1 tip, of zakt ie in horizontale stand bijna rechtstanding? etc
- kijk naar je eigen vlieg gedrag: veel vliegers vliegen downwind te hoog, waardoor je in de bocht naar landing moet zakken = extra snelheid
- zijn er manieren om je model te remmen? bij een motormodel is een vrij-draaende propellor een remmende factor, meer als een prop die stil staat.
- bij hotliners/zwevers kan je met ailerons en kleppen nog leuke dingen doen.
Laat ervaren vliegers eens met je mee kijken, soms is het een samenspel van alle bovenstaande zaken

Ik ben een scheurneus. Langzaam vliegen staat niet in mijn woordenboek.
Maar ik begrijp heel goed, dat je niet met 100km/uur kunt landen.
De meeste kisten die ik heb, moeten een stuk langzamer kunnen vliegen.
Het heeft mijn volledige aandacht.
 
Om een indicatie van je vliegsnelheid te krijgen kun je leren voelen hoeveel je je hoogteroer aangetrokken moet houden om de hoogte vast te houden. Hoe langzamer je vliegt hoe meer hoogteroer je getrokken moet houden. Dit effect is sterker voelbaar naarmate je zwaartepunt verder naar voren gaat. Probeer dit maar eens op hoogte uit, want tijdens dit spelletje ga je een keer overtrekken en dat doe je beter niet vlak boven de grond.

Afstand inschatten verder dan een paar meter van je af is voor iedereen lastig. Wij hebben schrikdraad rond het veld staan en je wil niet weten hoeveel mensen al tegen een schrikdraadpaal zijn geland, die naast de baan staat. De remedie is dan, loop naar de kop van de baan als je wil leren landen. Dan wordt je gedwongen om eerst jezelf voorbij te vliegen en dan te landen. Het is vaak uit onbewuste vrees om recht naar jezelf toe te vliegen, dat men probeert aan de overkant van de landingsbaan te blijven en dan tegen die paal knalt. Vind je het moeilijk om spiegelbeeld te sturen in je landing, draai dan je zender in je hand, zodat hij parallel met de vliegrichting wijst. Ik gebruik dat trucje ook bij lesgeven.

Ook op final zie ik mensen vaak te hoog binnenkomen, al dan niet met motor uit. Heb je een kist met hoge vleugelbelasting en/of een te voorlijk zwaartepunt, dan kan dat problemen opleveren dat je wel voldoende snelheid hebt om naar de baan te zakken, maar niet voldoende om ook nog af te vangen. Kijk maar wie er op de club met retracts vliegt en die het vaakst moet repareren/vervangen. Oefen eens met langzaam vliegen en ga daarna eens met sleepgas erop met een zo vlak mogelijke nadering proberen te landen.

Begrijpelijke uitleg. Ik ga mij er de komende tijd speciaal op toeleggen.

Er staat mij een tip bij, om recht op je af te komen vliegen, op het laatst stuur je toch automatisch wat van je af. Dit heeft weinig met diepte te maken.
Het sturen op zich is geen probleem. Snelheid ook niet.
Je wil niet weten, hoeveel ervaren vliegers ik al heb zien crashen.

Ik weet niet of het er iets mee te maken heeft, maar ik vlieg altijd met kleine uitslagen (vanwege behoorlijke snelheden).
 
Aansluitend op 'hmeijdam'
Ik zie veel mensen schuin op zichzelf af vliegen voor de landing. Je ziet het model dan meer van voren als van opzij.
Op die manier is het lastig om je glijpad in te schatten, je ziet immers wel hoogte maar geen afgelegde weg.

Een betere manier is om je landingskoers zo te kiezen dat als je de lijn doortrekt je vóór je langs vliegt, op die manier zie je het model meer van opzij dan van voren.
en van opzij kan je wel de hoogte en de afgelegde weg (samen is dat je glijpad) inschatten.
Dan beetje anticiperen... kom je te kort, beetje gas erbij, kom je te snel binnen, remmen , of voorbereiden op een go-around.

Dit zijn eigenlijk vaardigheden die je bij je brevet oefeningen met de pap-lepel ingegoten zou moeten zijn :koud:

Uiteraard, ligt het aan het baasje. Ik ga voor verbeteringen. Ik schaam mij in het geheel niet, om dat toe te geven.
De komende week krijg ik een opfris cursus.
 
Het was ook niet bedoeld als 'blame' , maar als wake-up-call zodat je weet waar je kan/mag zoeken!

Hou ons op de hoogte van je avonturen, nuttig voor iedereen om zo open kaart te spelen!
 
Het was ook niet bedoeld als 'blame' , maar als wake-up-call zodat je weet waar je kan/mag zoeken!

Hou ons op de hoogte van je avonturen, nuttig voor iedereen om zo open kaart te spelen!

Ik kan niets met het verleden: "had gemoeten". We leven in het nu.
Voor positieve kritiek (die heb je ook al gegeven, waarvoor dank) sta ik enorm open.
 
Je kan zoals bij een echt vliegtuig ook de trim gebruiken om een soort nulstelling van je hoogteroer te hebben voor een veilige minimum snelheid. Je kan die trim positie zoeken op wat grotere hoogte door eerst te trimmen tot je een stall bekomt, daarna enkele klikken naar beneden bijtrimmen, zodat je een veilige marge qua snelheid hebt. Je kan dan met de stick correcties maken hierop, en de daalsnelheid regel je met de motor.
Met flight modes kan je die trim positie makkelijk selecteren in vlucht.
 
Met het risico dat mijn antwoord al gegeven is want ik heb niet heel het draadje gelezen.
Wat ik vaak zie dat mensen een heel groot circuit vliegen.
Ik heb het even gewone vliegtuigen dus niet te groot.
Als je een kort circuit vliegt trek je in de laatste bocht alle snelheid er uit.
Het lijkt eng als je dat voor het eerst doet maar als je een beetje normaal kunt vliegen heb je dat zo onder de knie.
Je ziet in die laatste bocht perfect je snelheid.
En heel veel oefenen.
Leg een lap op het veld en probeer daar op te landen.
Zowel links als rechter circuits vliegen.
Als dat in een redelijke cirkel (met een max van 5 meter) lukt maak je het moeilijker door je gas op tijd dicht te trekken en geen gas meer te geven tot je geland ben.
Doe dit 3 keer in de week met een minimum van 50 keer op een middag.
Binnen 3 maanden kan jij landen en verleer je het ook niet meer.
Geloof me oefenen is de enige manier.
Ik wil je met alle plezier eens instructies komen geven als we het veld voor onzelf hebben.
 
  • Like
Reactions: jve
idd goede punten allen! wat ik ook wel doe, is proberen in te schatten wat er evt. niet goed was, en terugrekenen wat dan wel goed was geweest.
verder inderdaad heel veel oefening, soort "piloot oog" (zoals timmermans oog) ontwikkelen (er bewust van zijn iig, dan gaat het ook grotendeels "vanzelf")
ik kon vroeger overigens heel slecht frisbee gooien. zelf achtergekomen hoe dat kwam; ik gooide met "invalshoek" door modelvliegen!
een frisbee buigt dan af (krachten grijpen niet in evenwicht op de frisbee).
mezelf bewust geleerd plat vooruit te gooien (enigzins), verholpen. zo lukt het.
overigens zijn kwark deksels van friesche vlag, en ook aldi tegenwoordig, heel goede mini frisbees! (door het profiel)
 
Met het eerste ben ik het eens, met het tweede niet.
En toch IS het wel zo:
Snel vliegen, tuurlijk, je moet goed sturen en snel reageren, maar dat is de kunst niet: Ik vloog 3 maanden na mijn allereerste zelfstandige vlucht, ook al zelfstandig een speedkistje in. Mischien niet het snelle spul wat jij tegenwoordig vliegt, maar met ergens tussen de 150 en 200 toch best een vlot kistje voor een 15 jarige beginner (Hegi Speedy, 3,5 cc SuperTigre racemotor, resopijp, 8 x 8 prop, en een hoop Nitro). Je hoeft niet na te denken over overtreksnelheid, en zolang je ook maar een héél klein beetje je hersens gebruikt is "nergens tegenaan vliegen" ook echt niet heel erg moeilijk. Beetje vooruit denken waar je heen wilt, en je bent er al.

De kunst is toch ECHT om je kist goed genoeg te kennen, EN om iets meer te kunnen dan alleen sturen: Je MOET, geen ontkomen aan, ruimtelijk inzicht krijgen, en methoden om afstanden in te schatten.

Voor het inschatten van snelheid helpt een licht voorlijk zwaartepunt: je voelt dan aan je hoogteroer hoe LANZAAM je gaat, want je moet wat met getrokken hoogteroer vliegen als de snelheid er uit gaat.
Door oefenen, en geleidelijk dat zwaartepunt weer naar achteren te brengen, gaat dat "gevoel" overschakelen van "hoeveel moet ik up geven voor een constante hoogte" naar "hoe vlot reageert de kist op stuursignalen". De kist wordt met afnemende snelheid wat "waziger" in de respons.
Om deze vaardigheden aan te leren, helpt het om figuren te gaan vliegen, met name de stall-figuren, maar eigenlijk alle figuren die NIT "hard rechtuit" zijn vertellen je wat over hoe de kist reageert bij verschillende snelheden.

Ruimtelijk inzicht: Ikzelf let veel op dingen als "hoe groot/hoog ziet mijn toestel er in de lucht uit, t.o.v. bekende herkenningspunten".
Er staan bomenrijen langs ons veld. Hoogte en afstand zijn "bekend" (niet in exacte getallen, maar in "orde van grootte").
Dat helpt je hoogte en afstand in te schatten. Bijvoorbeeld: één bomenrij tegenover de baan, staat op plm 100 meter afstand, bomen zijn 20~25 m hoog. Ik weet hoe groot mijn kist is, dus ik kan aan het "beeld" redelijk inschatten dat ik boven die bomenrij zit. Ik zit dan dus op 100 meter parallel aan de baan.
De ruimte aan "blauw" tussen vliegtuig en bomen vertelt me hoe hoog ik zit. Heel mooi uitgangspunt dus voor de downwind.

BIj het binnenkomen let ik op de schaduw van het toestel op de rietkraag aan de baandrempel. Beetje rekening houdend met de stand van de zon, kan dat een hele mooie indicatie zijn, dat je de baandrempel gepasseerd bent. Daarvoor moet je A) goed genoeg kunnen vliegen bij lage snelheden, om "tijd over te houden om op die schaduw te letten" en B) daadwerkelijk uit je doppen kijken.
Doe je dat vaak genoeg, dan ga je op een gegeven moment vanzelf het "beeld" herkennen van hoe groot je je kist ongeveer in beeld hebt bij die afstand.

Zoals Bertus ook zegt: Oefenen oefenen oefenen, en VOORAL: BEWUST vliegen. BEWUST observeren, BEWUST nadenken. Vooruit plannen, uitvoeren, en blijven opletten of de procedure verloopt zoals je het in gedachten had. Afbreken en opnieuw doen op het moment dat je afwijkingen ziet.
Daar is GEEN substituut voor! Alles wat ik hier boven schreef, zijn methoden om het "te leren", NIET om het "te doen".

Met toenemende vaardigheid lukt het ook wel om in plaats van af te breken, te corrigeren.
 
Back
Top