Nee, hij blijft aan zolang de kruk onder de sensor zit... Gaat ook niet meer aan tot de kruk weer rond is
Aangezien de handleiding daar een half woord aan vuil maakt, heb ik gegokt op het moment van aangaan van het ledje.
verkeerde gok. Denk ik. Lijkt me vrij sterk dat mijn motor erg bijzonder is, en dat ie een heel ander aantal graden nodig heeft.
Gewoon blijven testen. Ik kom er wel;-)
Sorry, dit tikte jij in tegelijk met dat ik mijn vorige bericht zat in te kloppen....
Hier is iets niet in orde....
Voor alle duidelijkheid: ik gebruik voor het timen een LED tussen witte draad en zwarte draad van de sensor, met de plus van de LED op de witte draad, en een 4.8 V accu op rood en zwart, en verder niks....
Bij mij gaat de LED aan zodra ik de spanning aanzet.
Dit gebeurt ongeacht of de kruk op dat moment onder de sensor is of niet, en is normaal gedrag van de sensor: er zit namelijk een heel stuk electronische logica in het ding, en "aan" is zijn default opstartconditie.
De sensor gaat pas functioneren
als hij beweging ziet (hij reageert op verandering van waarde, NIET op de waarde zelf) en bij mij gaat de LED uit als de zuiger zo'n beetje ter hoogte van de uitlaatpoort is, en weer aan op die inmiddels roemruchte 35 graden.... het moment van aanschakelen van de LED (beter gezegd, het omhoog gaan van de spanning op de uitgang, van bijna nul naar ongeveer 4 Volt) is het moment waarop de ontstekingsunit zou moeten vonken.
Een beknopte beschrijving van hoe het ding inwendig werkt, mischien dat hierdoor een lichtje gaat branden:
De sensor reageert op
verandering van magnetische veldsterkte en wel zodanig, dat een
naderend stuk ijzer (een dichter wordend veld) de uitgang doet omslaan naar "uit", en wel op het moment dat de veldsterkte ongeveer 3.5 mT veranderd is vanaf zijn "referentiewaarde laag" die hij zag toen de voedingsspanning er op gezet werd. Die waarde van 3.5 mT is een vastgelegde hysteresis (die overigens exemplarisch kan verschillen tot wel 10 mT). Die "referentiewaarde" is geen vaste waarde, hij wordt bij iedere cyclus (omwenteling) opnieuw gemeten en vastgesteld. Zou hij op vanaf het moment van inschakelen uitsluitend een dalende waarde zien, dan blijft hij zijn "referentiewaarde laag" continue daaraan aanpassen, net zolang tot de gemeten waarde weer begint te stijgen.
De sensor blijft dan die verandering van veldsterkte monitoren, tot de maximale verandering bereikt is (metaal-object is het dichtst genaderd).
Deze waarde word ook weer
tijdelijk opgeslagen als "referentiewaarde hoog".
Zodra het object zich weer gaat verwijderen, en de veldsterkte weer verzwakt, schakelt de sensor weer naar "aan" bij een verandering van diezelfde 3.5 mT.
Dit is het moment waarop de ontsteking vonkt.
De sensor gaat vrolijk door met die veldsterkte in de gaten houden, en als hij weer een minimum vaststelt, slaat hij dit weer op als referentiewaarde voor het omschakelmoment naar "uit".
Merk dus op, dat de sensor niet schakelt op bepaalde magnetische waarden, maar op de verandering daarvan. Dit houdt in, dat de sensor zich iedere omwenteling opnieuw, her-calibreert. Hij reageert dus ook niet op de
afstand van de krukpen, maar op het feit dat de afstand weer groter wordt
nadat hij eerst kleiner geworden is. Eventuele dingen als uitzetting door temperatuur, een dansende as door rotte lagers, of andere slijtage gerelateerde afwijkingen worden automatisch gecompenseerd.
Maar het betekent ook, dat als je bijvoorbeeld héél langzaam de krukas ronddraait, of als de verschillen tussen minimale en maximale veldsterkte te klein zijn, dat hij dan raar kan gaan doen.
Het vervelende van deze (en héél veel andere magnetische detectievormen) is dat magnetische veldlijnen vanaf de magnetische pool altijd uit elkaar gaan waaieren. Als in ons geval de krukpen een te grote passeerafstand heeft, dan wordt de totale veldsterkte verandering te klein, en kan de sensor niet heel goed meer het juiste schakelpunt bepalen.
Deze sensor wil, om goed te functioneren, een totale veldsterkte verandering zien van minstens 50 mT, zodat hij duidelijke veldsterkte"pieken" ziet, van waar af hij die 3.5 mT kan gaan "aftellen".
Die totale veldsterkte verandering wordt bepaald door de passeerafstand.
Probeer je dit als volgt voor te stellen: jij staat op de stoep van de straat, en moet met je ogen dicht aan de hand van de geluidssterkte vaststellen wanneer een passerende auto het dichtst bij jou is.
Als die auto vlak langs je rijd, hoor je duidelijk wanneer hij het luidst is.
Maar als je 50 meter van de straat af staat, is het punt waarop het geluid het luidst is, een stuk lastiger te bepalen....
Die sensor heeft hetzelfde, als hij te ver van de krukpen af zit, kan hij niet goed meer het punt van maximale veldsterkte bepalen, en dus ook niet het punt waarop hij exact moet schakelen.
Samenvattend:
-Controleer de afstand tussen sensor en achterdeksel (moet zo klein mogelijk zijn)
-Controleer of je de LED voor het afstellen op de juiste manier aangesloten hebt
-Controleer of je de draairichting tijdens afstellen goed hebt
-Controleer of je de krukas
ronddraait tijdens het afstellen (je moet hem NIET "heen en weer" draaien om het schakelpunt te zoeken, want dan triggert hij op het moment dat hij het veld ziet veranderen....)
Hopelijk heb je hier wat aan?
Groet, Bert