Het bootje mocht een paar keer mee zeilen op de plas afgelopen zomer. De luikjes zijn nu af en zij is volkomen waterdicht. Het blijft apart om te zeilen met een latijnzeil. Zij zeilt best goed. Met de voorschoot kan je het zeilpunt verplaatsen, dus onder alle omstandigheden een gebalanceerd zeil.
In principe zou je dit ook kunnen bereiken met een vierkant zeil. In filmpjes van replica's van vikingschepen zie je ze ook aan de wind zeilen (min of meer natuurlijk). Eens kijken of mij dat lukt.
In Delftship het basisplan van het Osenberg schip overgenomen. Wat smaller gemaakt en hoger (er moet wel een servo in kunnen) en de boeg en kont minder oplopend. In Delftship kan je de spanning op de vlakken zien, dit soort gebogen latten gaan mij echt niet lukken. Het onderwaterschip heb ik weer als een rg65 gemaakt, dus een doorgezakte kielbalk. (ook dit bootje hoef ik niet op het strand te trekken) Bij een waterverplaatsing van circa 1000-1250 gram ligt dan de boeg en kont net in het water. Dat zeilt het beste bij modelbootjes. Wel een stuk breder dan een RG65 , in verband met de schoten van het vierkante tuig. De waterlijn wordt 65 cm, de lengte 75 cm. De plaats van de mast en kiel, de lengte van de kiel en ballast moet ik nog bepalen.
Dit keer de tijd genomen om de planken in aparte lagen te stoppen in Delftship , zodat na uitvouwen een mooi plankenplan kan worden geprint.
Bij een houthandel 1,5 mm kersenfineer gekocht. Het plan was eiken, maar als modelbouwer ben je afhankelijk van de beschikbare restjes. Kersen werkt natuurlijk wel prettiger dan eiken. En kleine koperen spijkertjes zonder kop, als klinkers.