Op nieuw in lockdown en uitgekeken op 3d printen van RG65 (eerst grondig testen, of uit mijn vingers laten vallen, voor ik weer nieuwe bouw), heb ik besloten eens een overnaads bootje te bouwen. Van hout. Ooit kocht ik een plaat iroko 1,5 mm dik om iets leuks mee te doen. Die heb ik in de epoxy gezet en afgedroogd. Bleek uitstekend geschikt om kromme latjes uit te snijden.
In Delftship heb ik de wanden van mijn laatste RG65 recht getrokken zonder het onderwaterschip te veranderen. De spiegel heb ik vervangen door een spitsgat. In principe kan je in Delftship een knikspant maken met veel kniks, en de zijplaten plat uitvouwen en overnemen. Ga ik niet doen.
Dit keer maak ik een stevige kielbalk (ceder). De spanten zijn om globaal de vorm vast te leggen. Ik meet plank voor plank de kromming, en laat de planken taps toelopen (vóór 2x breder dan achter) zodanig dat de laatste overnaadse plank evenwijdig aan de waterlijn loopt. Bakboord en stuurboord planken maak ik identiek. Met een plakbandje leg ik de vorm vast om over te nemen op de iroko plaat. Onder de waterlijn wordt glad geplankt (karveel).
De eerste plank viel niet mee om recht en symmetrisch te krijgen. De volgende plank kon ik onder de bovenliggende klemmen, zonder veel hulpmiddelen, wel wat plakband om hem op zijn plaats te houden.
Het bootje krijgt een latijnzeil. Ik weet dat in het gebied van latijnzeilen niet (of nauwelijks) overnaads wordt gebouwd. Maar ik heb al een bootjes met bermuda (toren) tuig en één met een gaffel, fok en kluiver. Eigenlijk tijd voor een dwars tuig. Ik zie echter nog niet hoe ik op simpele wijze een dwars getuigd bootje kan bouwen dat aan de wind kan zeilen. Voor een latijnzeil kom ik met twee servo's uit.
Ik heb het concept zeilplan gemaakt. Een zeil van 2250 cm2 op een mast die naar voren helt, levert een zeilpunt waar dit thuishoort op een RG65. Als ik de mast rechtop zet is er plaats voor een fok aan een boegspriet. Nu nog zien of het werkt.
De Italiaanse Leudo komt in de buurt van het vage plan, het zeil wordt echter wat hoger. De Leudo heeft echter zoals alle sloepachtige bootjes een rechte kielbalk, dat is makkelijk om op het strand te trekken en minimale diepgang bij maximale laterale weerstand. Voor een model zeilbootje niet echt belangrijk. Hij krijgt een kiel van 30 cm. En een rondlopende kielbalk. Dan zeilt hij als een rg65.
In Delftship heb ik de wanden van mijn laatste RG65 recht getrokken zonder het onderwaterschip te veranderen. De spiegel heb ik vervangen door een spitsgat. In principe kan je in Delftship een knikspant maken met veel kniks, en de zijplaten plat uitvouwen en overnemen. Ga ik niet doen.
Dit keer maak ik een stevige kielbalk (ceder). De spanten zijn om globaal de vorm vast te leggen. Ik meet plank voor plank de kromming, en laat de planken taps toelopen (vóór 2x breder dan achter) zodanig dat de laatste overnaadse plank evenwijdig aan de waterlijn loopt. Bakboord en stuurboord planken maak ik identiek. Met een plakbandje leg ik de vorm vast om over te nemen op de iroko plaat. Onder de waterlijn wordt glad geplankt (karveel).
De eerste plank viel niet mee om recht en symmetrisch te krijgen. De volgende plank kon ik onder de bovenliggende klemmen, zonder veel hulpmiddelen, wel wat plakband om hem op zijn plaats te houden.
Het bootje krijgt een latijnzeil. Ik weet dat in het gebied van latijnzeilen niet (of nauwelijks) overnaads wordt gebouwd. Maar ik heb al een bootjes met bermuda (toren) tuig en één met een gaffel, fok en kluiver. Eigenlijk tijd voor een dwars tuig. Ik zie echter nog niet hoe ik op simpele wijze een dwars getuigd bootje kan bouwen dat aan de wind kan zeilen. Voor een latijnzeil kom ik met twee servo's uit.
Ik heb het concept zeilplan gemaakt. Een zeil van 2250 cm2 op een mast die naar voren helt, levert een zeilpunt waar dit thuishoort op een RG65. Als ik de mast rechtop zet is er plaats voor een fok aan een boegspriet. Nu nog zien of het werkt.
De Italiaanse Leudo komt in de buurt van het vage plan, het zeil wordt echter wat hoger. De Leudo heeft echter zoals alle sloepachtige bootjes een rechte kielbalk, dat is makkelijk om op het strand te trekken en minimale diepgang bij maximale laterale weerstand. Voor een model zeilbootje niet echt belangrijk. Hij krijgt een kiel van 30 cm. En een rondlopende kielbalk. Dan zeilt hij als een rg65.