Thx !
Amerigo Vespucci bouwverslag
- Topicstarter MarkGr
- Startdatum
Zoals beloofd : Hierbij het begin van mijn bouwverslag van de Amerigo Vespucci Panart/Mantua 1/84
VOORWOORD
Tijdens mijn jeugd was ik verzot op het plakken van vliegtuigjes uit WO I. Ook de Apollo-raket en maanlander stonden op mijn palmares (ik behoor nog tot de generatie die op een gehuurde TV in een appartementje aan de kust ’s nachts ben opgebleven om naar de eerste stappen op de maan te kijken … ). Tijdens mijn studenten-, gezins- en professionele leven viel de tijd voor deze hobby weg. Ik heb toen nog wel een poging gewaagd om een eenvoudig houten scheepje (de See Ewer “Wohlfart”- 1895)in elkaar te steken, maar wegens tijdsgebrek bleef dit onafgewerkt. Nadat mijn pensioen was aangebroken heb ik dit onafgewerkt scheepje terug opgenomen om na te gaan of het modelbouw-vuur volledig was uitgedoofd, dan wel al die tijd was blijven smeulen. Het laatste was het geval. Na info te hebben ingewonnen bij een fantastische modelbouwwinkel (Baillien-Antwerpen), heb ik dan de basis-gereedschappen aangeschaft en mijn oog laten vallen op de bouwdoos van de HMS Beagle van Occre. Waarom deze bouwdoos ? In mijn ogen is het de ideale bouwdoos om ingewerkt te geraken in de houten modelbouwschepen-wereld : alles past uitstekend, met een uitgebreid en overzichtelijk foto-instructieboekje ingesloten en bovenal met meer dan 100 filmpjes die Occre op het internet heeft geplaatst, waarin stap voor stap wordt getoond hoe dit modelschip wordt gebouwd. Met een zeer bevredigend resultaat naar mijn zin (zie mijn Atavar foto). Volgende stap werd de Amerigo Vespucci die ik tweemaal live had kunnen bewonderen in Antwerpen. Na een vraagje over de boegspriet hiervan in dit forum en de snelle, nuttige en sympathieke reacties hierop, werd ik overgehaald om een bouwverslag ervan op te maken. Hou er rekening mee dat ik op dit ogenblik al de romp en het dek heb afgewerkt, dus wordt het wat dat betreft een terugblik op mijn ervaringen met de bouw hiervan. Hou er ook rekening mee dat ik een trage bouwer ben (ik ben aan dit model begonnen Pasen 2022) . En hopelijk steken jullie wat op van dit bouwverslag en helpen jullie mij bij wat nog komen gaat (want die hulp zal ik zeker nog nodig hebben). Volgende bijdrage vinden jullie mijn eerste ervaringen.
VOORWOORD
Tijdens mijn jeugd was ik verzot op het plakken van vliegtuigjes uit WO I. Ook de Apollo-raket en maanlander stonden op mijn palmares (ik behoor nog tot de generatie die op een gehuurde TV in een appartementje aan de kust ’s nachts ben opgebleven om naar de eerste stappen op de maan te kijken … ). Tijdens mijn studenten-, gezins- en professionele leven viel de tijd voor deze hobby weg. Ik heb toen nog wel een poging gewaagd om een eenvoudig houten scheepje (de See Ewer “Wohlfart”- 1895)in elkaar te steken, maar wegens tijdsgebrek bleef dit onafgewerkt. Nadat mijn pensioen was aangebroken heb ik dit onafgewerkt scheepje terug opgenomen om na te gaan of het modelbouw-vuur volledig was uitgedoofd, dan wel al die tijd was blijven smeulen. Het laatste was het geval. Na info te hebben ingewonnen bij een fantastische modelbouwwinkel (Baillien-Antwerpen), heb ik dan de basis-gereedschappen aangeschaft en mijn oog laten vallen op de bouwdoos van de HMS Beagle van Occre. Waarom deze bouwdoos ? In mijn ogen is het de ideale bouwdoos om ingewerkt te geraken in de houten modelbouwschepen-wereld : alles past uitstekend, met een uitgebreid en overzichtelijk foto-instructieboekje ingesloten en bovenal met meer dan 100 filmpjes die Occre op het internet heeft geplaatst, waarin stap voor stap wordt getoond hoe dit modelschip wordt gebouwd. Met een zeer bevredigend resultaat naar mijn zin (zie mijn Atavar foto). Volgende stap werd de Amerigo Vespucci die ik tweemaal live had kunnen bewonderen in Antwerpen. Na een vraagje over de boegspriet hiervan in dit forum en de snelle, nuttige en sympathieke reacties hierop, werd ik overgehaald om een bouwverslag ervan op te maken. Hou er rekening mee dat ik op dit ogenblik al de romp en het dek heb afgewerkt, dus wordt het wat dat betreft een terugblik op mijn ervaringen met de bouw hiervan. Hou er ook rekening mee dat ik een trage bouwer ben (ik ben aan dit model begonnen Pasen 2022) . En hopelijk steken jullie wat op van dit bouwverslag en helpen jullie mij bij wat nog komen gaat (want die hulp zal ik zeker nog nodig hebben). Volgende bijdrage vinden jullie mijn eerste ervaringen.
Laatst bewerkt:
DE BOUWDOOS
Mijn modelbouwwinkel had mij verwittigd : de bouwdoos Mantua 1/84 is veel mooier en vollediger dan het 1/100ste model, maar ik moest er wel rekening mee houden dat het een ouder model is, dat heel wat aanpassingen vergt, m.a.w. niet altijd zo nauwkeurig is, zowel qua uitsnijdingen als bouwinstructies als … en dus met het nodige wantrouwen moest benaderd worden. Bij het openen vind je 8 instructieboekjes met tekeningen, foto’s en toelichtende tekst. Eerste vaststelling : de Nederlandse tekst is een schabouwelijke (soms totaal onverstaanbare) vertaling van de originele tekst. Bij nader toezien is de Franse en Engelse tekst heel wat nauwkeuriger, dus kennis van deze talen is een grote hulp (wat bij mij het geval was). Tweede vaststelling : deze bouwdoos is ook verkrijgbaar in 8 afleveringen (vandaar de 8 boekjes, één per aflevering). Koop je echter de volledige bouwdoos ineens, dan krijg je ook alle onderdelen ineens, maar vooral door elkaar … Zo vind je dezelfde onderdelen vaak in verschillende zakjes (die ook geen aanduiding hebben bij welke aflevering ze behoren, noch enige nummering) en identieke latjes vaak afzonderlijk van elkaar verpakt, in aantallen nodig voor elke afzonderlijke (af)levering. Taak is dus om eerst wat orde in de chaos te brengen en de latjes wat te ordenen volgens soort en maat. Wat de (meestal messing) inhoud van de zakjes betreft, moet je telkens opletten dat je de juiste onderdelen gebruikt . Want de nummering van de onderdelen in de instructieboekjes vind je nergens terug bij de stukken in jouw doos. Wel vind je op de lijsten achteraan de instructieboekjes de aantallen en maten van de inhoud van de bijhorende aflevering, die dus erg behulpzaam kunnen zijn bij het terugvinden van het onderdeel dat je in die welbepaalde aflevering/instructieboekje moet verwerken. Verifieer dus best of bvb de klok die je in de 3de aflevering nodig hebt qua maten wel klopt met de klok die je in dat ene zakje terugvindt, want het kan even goed een klok (met andere afmetingen) zijn die zich in een ander zakje bevindt. Maar laat je hierdoor zeker niet afschrikken : het is een prachtige bouwdoos die, mits het nodige geduld en de nodige scepsis, heel wat (bouw)plezier oplevert (tot nu toe toch) !
De bouwdoos :
Voorbeeld van een instructieboekje met de lijsten achteraan :
Mijn modelbouwwinkel had mij verwittigd : de bouwdoos Mantua 1/84 is veel mooier en vollediger dan het 1/100ste model, maar ik moest er wel rekening mee houden dat het een ouder model is, dat heel wat aanpassingen vergt, m.a.w. niet altijd zo nauwkeurig is, zowel qua uitsnijdingen als bouwinstructies als … en dus met het nodige wantrouwen moest benaderd worden. Bij het openen vind je 8 instructieboekjes met tekeningen, foto’s en toelichtende tekst. Eerste vaststelling : de Nederlandse tekst is een schabouwelijke (soms totaal onverstaanbare) vertaling van de originele tekst. Bij nader toezien is de Franse en Engelse tekst heel wat nauwkeuriger, dus kennis van deze talen is een grote hulp (wat bij mij het geval was). Tweede vaststelling : deze bouwdoos is ook verkrijgbaar in 8 afleveringen (vandaar de 8 boekjes, één per aflevering). Koop je echter de volledige bouwdoos ineens, dan krijg je ook alle onderdelen ineens, maar vooral door elkaar … Zo vind je dezelfde onderdelen vaak in verschillende zakjes (die ook geen aanduiding hebben bij welke aflevering ze behoren, noch enige nummering) en identieke latjes vaak afzonderlijk van elkaar verpakt, in aantallen nodig voor elke afzonderlijke (af)levering. Taak is dus om eerst wat orde in de chaos te brengen en de latjes wat te ordenen volgens soort en maat. Wat de (meestal messing) inhoud van de zakjes betreft, moet je telkens opletten dat je de juiste onderdelen gebruikt . Want de nummering van de onderdelen in de instructieboekjes vind je nergens terug bij de stukken in jouw doos. Wel vind je op de lijsten achteraan de instructieboekjes de aantallen en maten van de inhoud van de bijhorende aflevering, die dus erg behulpzaam kunnen zijn bij het terugvinden van het onderdeel dat je in die welbepaalde aflevering/instructieboekje moet verwerken. Verifieer dus best of bvb de klok die je in de 3de aflevering nodig hebt qua maten wel klopt met de klok die je in dat ene zakje terugvindt, want het kan even goed een klok (met andere afmetingen) zijn die zich in een ander zakje bevindt. Maar laat je hierdoor zeker niet afschrikken : het is een prachtige bouwdoos die, mits het nodige geduld en de nodige scepsis, heel wat (bouw)plezier oplevert (tot nu toe toch) !
De bouwdoos :
Voorbeeld van een instructieboekje met de lijsten achteraan :
Bedankt voor jullie likes ! Ik heb meteen een vraagje voor jullie, aansluitend op mijn voorgaande post : er zitten verschillende spoelen draad in de bouwdoos, zonder enige aanduiding van de doormeter van die draden. Heeft iemand een tip om de doormeter van die verschillende draden vast te stellen ?
Stephan Kertész
Forum veteraan
Wikkel ze 10 x om een staafje, duw de wikkel samen (niet te veel, net totdat de draden elkaar raken), meet dan de breedte van de wikkel. Gedeeld door tien is de dikte van de draad. Snelste en eenvoudigste manier om te meten.
Een eerste kleine bijdrage over de werkzaamheden zelf, ik hoop dat jullie het vooralsnog de moeite waard vinden ...
HET SKELET
De samenstelling van het skelet levert geen problemen op : eens de zijdelingse liggers (nrs 21 en 22) aangebracht zijn, past alles prima in elkaar. Hou wel rekening met figuur 10 van het eerste instructieboekje
dit met het oog op de latere plaatsing (in boekje 2) van het voorste bovendek en de binnenmuur. Ook wordt in boekje 1 de plaatsing van binnenmuur 34 opgenomen. Doe dit niet nu, maar pas na de decoratie van de binnenmuren, de beplanking van het benedendek, de beplanking van de romp en de plaatsing van de bovendekken.
HET SKELET
De samenstelling van het skelet levert geen problemen op : eens de zijdelingse liggers (nrs 21 en 22) aangebracht zijn, past alles prima in elkaar. Hou wel rekening met figuur 10 van het eerste instructieboekje
dit met het oog op de latere plaatsing (in boekje 2) van het voorste bovendek en de binnenmuur. Ook wordt in boekje 1 de plaatsing van binnenmuur 34 opgenomen. Doe dit niet nu, maar pas na de decoratie van de binnenmuren, de beplanking van het benedendek, de beplanking van de romp en de plaatsing van de bovendekken.
Laatst bewerkt:
Dank voor de reacties !
Voor alle duidelijkheid : figuur 10 in mijn vorige post komt ook maar aan bod na de decoratie van de binnenmuren, de beplanking van de dekken en de beplanking van de romp, namelijk bij plaatsing van het (beplankte) voorste bovendek. Het mag duidelijk zijn : de volgorde van werken voorzien in de instructieboekjes vind ik persoonlijk niet ideaal. Vandaar dat ik nu reeds overga tot de bespreking van de :
BEPLANKING VAN HET DEK
Het instructieboekje 1 voorziet de plaatsing van het benedendek voor de beplanking van de romp, dit ter versteviging van het skelet (ook trouwens de 2 bovendekken, maar die zitten maar in de weg bij de afwerking van de beplanking en het schilderen van de romp, dus die heb ik voor na die afwerking geplaatst). Hou er rekening mee dat de boven het benedendek uitstekende ribben van de spanten 7, 8, 9 en 10 na de beplanking van de romp dienen verwijderd te worden. Vooraleer het benedendek definitief te lijmen heb ik dan ook de hoogte aangeduid waarop die ribben dienen weggesneden, het benedendek er terug afgehaald en deze ribben op die hoogte deels ingezaagd (niet te diep, zodat de stevigheid ervan niet in het gedrang komt), zodat deze nadien makkelijker worden weggesneden . Ook ben ik nu reeds overgegaan tot de beplanking van het onderdek (alhoewel dit slechts in instructieboekje 2 aan bod komt na plaatsing van alle dekken en beplanking van de romp). Immers, als je wacht tot de 3 dekken zijn geplaatst op de romp, dan wordt dit erg moeilijk voor het beplanken ervan waar het onderdek zich onder het bovendek bevindt. Daarenboven is het een pak makkelijker (vind ik toch) om de beplanking van een dek uit te voeren, wanneer dit zich vrij en plat op de werktafel bevindt. Dit onderdek moet niet volledig beplankt worden, het bevindt zich namelijk deels onzichtbaar onder de twee bovendekken. In instructieboekje 2 vind je de volgende tekening met aanduiding van de plaatsen waar de beplanking dient te gebeuren. Voor de verandering zijn deze eens correct weergegeven in de instructies ...
Ook waar de te verwijderen ribben zich bevinden (7,8, 9 en 10), heb ik nog niet beplankt, dit heb ik uiteraard pas ter plaatse aangebracht nadat deze ribben verwijderd waren.
In een volgende bijdrage ga ik even verder in op de werkwijze die ik volg bij het beplanken van een dek.
Prettig weekend !
Voor alle duidelijkheid : figuur 10 in mijn vorige post komt ook maar aan bod na de decoratie van de binnenmuren, de beplanking van de dekken en de beplanking van de romp, namelijk bij plaatsing van het (beplankte) voorste bovendek. Het mag duidelijk zijn : de volgorde van werken voorzien in de instructieboekjes vind ik persoonlijk niet ideaal. Vandaar dat ik nu reeds overga tot de bespreking van de :
BEPLANKING VAN HET DEK
Het instructieboekje 1 voorziet de plaatsing van het benedendek voor de beplanking van de romp, dit ter versteviging van het skelet (ook trouwens de 2 bovendekken, maar die zitten maar in de weg bij de afwerking van de beplanking en het schilderen van de romp, dus die heb ik voor na die afwerking geplaatst). Hou er rekening mee dat de boven het benedendek uitstekende ribben van de spanten 7, 8, 9 en 10 na de beplanking van de romp dienen verwijderd te worden. Vooraleer het benedendek definitief te lijmen heb ik dan ook de hoogte aangeduid waarop die ribben dienen weggesneden, het benedendek er terug afgehaald en deze ribben op die hoogte deels ingezaagd (niet te diep, zodat de stevigheid ervan niet in het gedrang komt), zodat deze nadien makkelijker worden weggesneden . Ook ben ik nu reeds overgegaan tot de beplanking van het onderdek (alhoewel dit slechts in instructieboekje 2 aan bod komt na plaatsing van alle dekken en beplanking van de romp). Immers, als je wacht tot de 3 dekken zijn geplaatst op de romp, dan wordt dit erg moeilijk voor het beplanken ervan waar het onderdek zich onder het bovendek bevindt. Daarenboven is het een pak makkelijker (vind ik toch) om de beplanking van een dek uit te voeren, wanneer dit zich vrij en plat op de werktafel bevindt. Dit onderdek moet niet volledig beplankt worden, het bevindt zich namelijk deels onzichtbaar onder de twee bovendekken. In instructieboekje 2 vind je de volgende tekening met aanduiding van de plaatsen waar de beplanking dient te gebeuren. Voor de verandering zijn deze eens correct weergegeven in de instructies ...
Ook waar de te verwijderen ribben zich bevinden (7,8, 9 en 10), heb ik nog niet beplankt, dit heb ik uiteraard pas ter plaatse aangebracht nadat deze ribben verwijderd waren.
In een volgende bijdrage ga ik even verder in op de werkwijze die ik volg bij het beplanken van een dek.
Prettig weekend !
Zoals beloofd een woordje over de beplanking zelf : op deze foto vind je een hulpmiddel afgebeeld om de plankjes van het dek op eenzelfde lengte af te snijden.
Dit heb ik echter niet gebruikt, ik gebruik een andere methode voor het beplanken van het dek. Ik breng namelijk de latjes op hun totale vereiste lengte in één stuk aan. Samengevat ga ik als volgt te werk :
1) ik trek zorgvuldig een middellijn over het dek;
2) ik pers een aantal latjes samen, schuur lichtjes de zijkanten ervan en maak deze dan vervolgens licht zwart met een potlood (het zwarten van de zijkant accentueert de voegen na plaatsing);
3) meestal werk ik dan per ongeveer 8 latjes de beplanking af (soms meer als het korte latjes zijn);
4) de latjes worden dan op een plank aangebracht, waarop naargelang de lengte een aantal schildertapes dwars op aangebracht zijn met de lijmkant naar boven;
5) daarop worden dan de te verwerken latjes “gekleefd”, zijkant tegen zijkant;
6) dan breng ik met een kortharig penseeltje contactlijm aan op de latjes (ik besef dat dit als een vloek in de oren moet klinken van menig modelbouwer, maar het werkt echt fantastisch voor het beplanken !)
7) vervolgens wordt op het deel van het dek dat met deze latjes wordt bekleed ook contactlijm aangebracht ;
8) het penseeltje wordt dan gereinigd met white-spirit in afwachting van de volgende lijmbeurt (want na verharding van de lijm zou het penseel uiteraard niet meer te gebruiken zijn);
8) de latjes nu van de schildertape op de plank halen (hier niet te lang mee wachten daar die de neiging hebben om reeds met de zijkanten aan elkaar te blijven kleven), en los maken van elkaar ( hierbij moet je voorzichtig te werk gaan om breken te voorkomen), de latjes hierbij even plooien aan hun zijkanten en dan voorzichtig horizontaal van elkaar lostrekken en met de gelijmde kant naar boven los van elkaar terug op de plank leggen;
9) eens de lijm op de latjes ietwat droog aanvoelt, begint het beplanken zelf : het eerste latje is het belangrijkste en moeilijkste en moet nauwkeurig de middellijn volgen. De truc bij het beplanken met contactlijm is dat je niet onmiddellijk het latje plat op het dek aanbrengt : je brengt de zijkant van het beginstukje van het latje in een hoek van ongeveer 45 graden nauwkeurig langsheen de middellijn, en als dit correct is, laat je de volledige breedte van dat stukje van het latje “zakken” op het dek, en zo werk je de verdere lengte van het latje af, telkens die hoek van 45 graden en dan de verdere breedte van het latje tegen het dek aandrukken. Eens dit latje zo is aangebracht, het ganse latje echt stevig aandrukken tegen het dek;
10) bij de volgende latjes gaat het sneller : je drukt de zijkant van het latje bij beetjes terug in een iets minder scherpe hoek tegen het vorige op het dek aangebrachte latje aan, en dan laat je het “zakken”, en zo werk je dat latje verder af, steeds stevig aandrukkend tegen de zijkant van het vorige latje (zoals je behangpapier tegen het vorige pand aandrukt)
11) als je alle latjes hebt verwerkt, dan druk je deze nog eens stevig wrijvend aan (ik doe dit met het platte handvat van mijn plamuurmes). Je zal merken dat waar er toch wat lijm is doorgekomen tussen de voegen, dit “opbolt”, waardoor je deze makkelijk kan verwijderen.
12) Na het vollgedige beplanken van het dek breng ik de dwarse groeven op het dek aan (telkens op een afstand van 8 cm, overeenkomend met de aangegeven lengte in het instructieboekje als je de latjes zou versnijden). Ik doe dit met een fijn potlood en uiteraard verspringend, beginnend vanaf de middellijn.
13) Daarna lichtjes opschuren, en vernissen.
Nota : volgens het instructieboekje worden latjes in notelaar van 0,5 x 3 mm (met een totale lengte van 450 mm) gebruikt voor de beplanking van het dek. Ik heb echter geen enkel latje in notelaar van die afmetingen gevonden, wel in linde. Wat ik persoonlijk mooier vind van tint voor een dek en meer overeenkomt met de werkelijkheid volgens de foto’s van de AV. Een gelukje dus …
Het visuele resultaat van deze werkwijze zie je op deze foto van het achterdek.
Graag hoor ik jullie mening over deze werkwijze !
Dit heb ik echter niet gebruikt, ik gebruik een andere methode voor het beplanken van het dek. Ik breng namelijk de latjes op hun totale vereiste lengte in één stuk aan. Samengevat ga ik als volgt te werk :
1) ik trek zorgvuldig een middellijn over het dek;
2) ik pers een aantal latjes samen, schuur lichtjes de zijkanten ervan en maak deze dan vervolgens licht zwart met een potlood (het zwarten van de zijkant accentueert de voegen na plaatsing);
3) meestal werk ik dan per ongeveer 8 latjes de beplanking af (soms meer als het korte latjes zijn);
4) de latjes worden dan op een plank aangebracht, waarop naargelang de lengte een aantal schildertapes dwars op aangebracht zijn met de lijmkant naar boven;
5) daarop worden dan de te verwerken latjes “gekleefd”, zijkant tegen zijkant;
6) dan breng ik met een kortharig penseeltje contactlijm aan op de latjes (ik besef dat dit als een vloek in de oren moet klinken van menig modelbouwer, maar het werkt echt fantastisch voor het beplanken !)
7) vervolgens wordt op het deel van het dek dat met deze latjes wordt bekleed ook contactlijm aangebracht ;
8) het penseeltje wordt dan gereinigd met white-spirit in afwachting van de volgende lijmbeurt (want na verharding van de lijm zou het penseel uiteraard niet meer te gebruiken zijn);
8) de latjes nu van de schildertape op de plank halen (hier niet te lang mee wachten daar die de neiging hebben om reeds met de zijkanten aan elkaar te blijven kleven), en los maken van elkaar ( hierbij moet je voorzichtig te werk gaan om breken te voorkomen), de latjes hierbij even plooien aan hun zijkanten en dan voorzichtig horizontaal van elkaar lostrekken en met de gelijmde kant naar boven los van elkaar terug op de plank leggen;
9) eens de lijm op de latjes ietwat droog aanvoelt, begint het beplanken zelf : het eerste latje is het belangrijkste en moeilijkste en moet nauwkeurig de middellijn volgen. De truc bij het beplanken met contactlijm is dat je niet onmiddellijk het latje plat op het dek aanbrengt : je brengt de zijkant van het beginstukje van het latje in een hoek van ongeveer 45 graden nauwkeurig langsheen de middellijn, en als dit correct is, laat je de volledige breedte van dat stukje van het latje “zakken” op het dek, en zo werk je de verdere lengte van het latje af, telkens die hoek van 45 graden en dan de verdere breedte van het latje tegen het dek aandrukken. Eens dit latje zo is aangebracht, het ganse latje echt stevig aandrukken tegen het dek;
10) bij de volgende latjes gaat het sneller : je drukt de zijkant van het latje bij beetjes terug in een iets minder scherpe hoek tegen het vorige op het dek aangebrachte latje aan, en dan laat je het “zakken”, en zo werk je dat latje verder af, steeds stevig aandrukkend tegen de zijkant van het vorige latje (zoals je behangpapier tegen het vorige pand aandrukt)
11) als je alle latjes hebt verwerkt, dan druk je deze nog eens stevig wrijvend aan (ik doe dit met het platte handvat van mijn plamuurmes). Je zal merken dat waar er toch wat lijm is doorgekomen tussen de voegen, dit “opbolt”, waardoor je deze makkelijk kan verwijderen.
12) Na het vollgedige beplanken van het dek breng ik de dwarse groeven op het dek aan (telkens op een afstand van 8 cm, overeenkomend met de aangegeven lengte in het instructieboekje als je de latjes zou versnijden). Ik doe dit met een fijn potlood en uiteraard verspringend, beginnend vanaf de middellijn.
13) Daarna lichtjes opschuren, en vernissen.
Nota : volgens het instructieboekje worden latjes in notelaar van 0,5 x 3 mm (met een totale lengte van 450 mm) gebruikt voor de beplanking van het dek. Ik heb echter geen enkel latje in notelaar van die afmetingen gevonden, wel in linde. Wat ik persoonlijk mooier vind van tint voor een dek en meer overeenkomt met de werkelijkheid volgens de foto’s van de AV. Een gelukje dus …
Het visuele resultaat van deze werkwijze zie je op deze foto van het achterdek.
Graag hoor ik jullie mening over deze werkwijze !
Hans Groenenberg
Forum veteraan
Uiteindelijk telt het resultaat. En dat ziet er goed uit. Vaak zijn de latjes voor dekbeplanken 0.8 mm dik en zal het niet meevallen dergelijke latjes met 3 tegelijk te klemmen. Ahhh ik zie het al. Bij de eerste foto ben je zijkanten aan het zwarten.
Ik weet niet wat het patroon hoort te zijn wat je gelegd hebt. Het komt wel wat statisch over met het om en om beplanken. Maar een keurig dek
Ik weet niet wat het patroon hoort te zijn wat je gelegd hebt. Het komt wel wat statisch over met het om en om beplanken. Maar een keurig dek
Stephan Kertész
Forum veteraan
Mooie uitleg. Nette uitvoering.
[QUOTE="Hans Groenenberg
Ik weet niet wat het patroon hoort te zijn wat je gelegd hebt. Het komt wel wat statisch over met het om en om beplanken. Maar een keurig dek[/QUOTE]
Inderdaad begrijp ik volledig dat het resultaat van het om en om beplanken op deze foto wat saai en statisch overkomt. Maar :
1) het instructieboekje voorziet het zo;
2) de dekken van het schip worden overladen met bouwsels en accessoires, zodat dit motief van beplanking nog amper zichtbaar is;
3) en bovenal vond ik een foto van een deel van het dek van de echte Amerigo Vespucci, waar het patroon van de beplanking effectief om en om was uitgevoerd.
Vandaar mijn uiteindelijke keuze voor dit patroon.
Ik weet niet wat het patroon hoort te zijn wat je gelegd hebt. Het komt wel wat statisch over met het om en om beplanken. Maar een keurig dek
[/QUOTE]Inderdaad begrijp ik volledig dat het resultaat van het om en om beplanken op deze foto wat saai en statisch overkomt. Maar :
1) het instructieboekje voorziet het zo;
2) de dekken van het schip worden overladen met bouwsels en accessoires, zodat dit motief van beplanking nog amper zichtbaar is;
3) en bovenal vond ik een foto van een deel van het dek van de echte Amerigo Vespucci, waar het patroon van de beplanking effectief om en om was uitgevoerd.
Vandaar mijn uiteindelijke keuze voor dit patroon.
Laatst bewerkt:
DE BEPLANKING VAN DE ROMP
Nadat ik het beplankte (behoudens de deeltjes waar de ribben van de spanten7,8,9 en 10 doorsteken) onderdek heb aangebracht ter versteviging van het skelet, ben ik aan de beplanking van de romp begonnen.
Om te beginnen : het instructieboekje geeft aan dat de beplanking gebeurt met latjes balsa-hout van resp. 2 x 6mm en vervolgens 1x 6mm, om af te werken met het ook ingesloten span-vlies. Ik heb enkel latjes lindehout van 1,5 x 6 mm en 1 x 6mm aangetroffen in de bouwdoos, het spanvlies was wel ingesloten.
Bij deze maak ik graag van de gelegenheid gebruik om voor een volledige en uitvoerige uitleg over het beplanken van de romp van een schip te verwijzen naar de onvolprezen bijdrage hierover in dit forum door Peter Smits ! Het bestuderen meer dan waard !!!
Wat specifiek de beplanking van de AV betreft : gezien de romp van de AV glad is, en dus uiteindelijk geen enkel reliëf zal vertonen aangaande de beplanking zelf, kan deze relatief vlot uitgevoerd worden. Ook is er voor dit model echt weinig nood aan instekers. Uiteraard blijft het adagio overeind dat hoe secuurder de beplanking gebeurt, hoe vlotter een mooi en glad eindresultaat wordt behaald. In principe (vond ik althans) zou één enkele beplanking hebben volstaan, maar gezien de patrijspoorten dienen uitgeboord te worden uit de romp leek het mij veiliger om na de beplanking met de latjes van 1,5 mm nog een tweede beplanking uit te voeren met de latjes van 1 mm, kwestie van een stevigere romp te verkrijgen. Het verlijmen van de eerste beplanking heb ik uitgevoerd met behulp van “papic” spelden en houtlijm (op de spanten en zijkanten van de latten). Let er wel op dat je de beplanking niet vastlijmt aan de uitstekende ribben van de spanten7,8,9 en 10, want deze moeten kunnen verwijderd worden.
Enkele fotootjes van deze beplanking :
Nadat ik het beplankte (behoudens de deeltjes waar de ribben van de spanten7,8,9 en 10 doorsteken) onderdek heb aangebracht ter versteviging van het skelet, ben ik aan de beplanking van de romp begonnen.
Om te beginnen : het instructieboekje geeft aan dat de beplanking gebeurt met latjes balsa-hout van resp. 2 x 6mm en vervolgens 1x 6mm, om af te werken met het ook ingesloten span-vlies. Ik heb enkel latjes lindehout van 1,5 x 6 mm en 1 x 6mm aangetroffen in de bouwdoos, het spanvlies was wel ingesloten.
Bij deze maak ik graag van de gelegenheid gebruik om voor een volledige en uitvoerige uitleg over het beplanken van de romp van een schip te verwijzen naar de onvolprezen bijdrage hierover in dit forum door Peter Smits ! Het bestuderen meer dan waard !!!
Wat specifiek de beplanking van de AV betreft : gezien de romp van de AV glad is, en dus uiteindelijk geen enkel reliëf zal vertonen aangaande de beplanking zelf, kan deze relatief vlot uitgevoerd worden. Ook is er voor dit model echt weinig nood aan instekers. Uiteraard blijft het adagio overeind dat hoe secuurder de beplanking gebeurt, hoe vlotter een mooi en glad eindresultaat wordt behaald. In principe (vond ik althans) zou één enkele beplanking hebben volstaan, maar gezien de patrijspoorten dienen uitgeboord te worden uit de romp leek het mij veiliger om na de beplanking met de latjes van 1,5 mm nog een tweede beplanking uit te voeren met de latjes van 1 mm, kwestie van een stevigere romp te verkrijgen. Het verlijmen van de eerste beplanking heb ik uitgevoerd met behulp van “papic” spelden en houtlijm (op de spanten en zijkanten van de latten). Let er wel op dat je de beplanking niet vastlijmt aan de uitstekende ribben van de spanten7,8,9 en 10, want deze moeten kunnen verwijderd worden.
Enkele fotootjes van deze beplanking :
Allen bedankt voor de positieve reacties !
Vandaag heb ik het over twee tips, waar de meesten onder jullie waarschijnlijk reeds lang vertrouwd mee zijn, maar die ik toch maar even tussendoor meegeef, tot het nut van het algemeen ...
Tip 1 :
Bestaat uit een schuimrubberen zwemslang of zwemnoodle, overlangs gesneden en volgens de afmetingen van het te maken scheepsmodel onderling verlijmd. Is echt praktisch als "onderstel" tijdens de werkzaamheden aan jouw model. De verlijming gebeurt met contactlijjm.
Tip 2 :
Een onwaarschijnijk handig hulpmiddeltje om houtlijm aan te brengen !
Waarschijnlijk voor velen bekend, maar voor diegenen die het nog niet kennen, een woordje uitleg hierover. Het is samengesteld uit een spuitje van 2 ml (waarin je de houtlijm opzuigt) en een naald van 0,9 mm x 40 mm (beide te verkrijgen voor een prikje bij de apotheker; je krijgt wel een blik van “is dat nu een junkie ?”, maar dat moet je er voor over hebben
). Van de naald zaag of vijl je de scherpe punt uiteraard af. Om te voorkomen dat de lijm in de naald verhardt, steek je er na elk gebruik een boortje van 0,6 mm in (dat ik voor het gemak verankerd heb in een houten latje). Is de lijm toch eens verhard (gebeurt zelden en kan je voorkomen door voor een langdurige m.a.w. wekenlange pauze in de werkzaamheden de naald door te spoelen met water uit een ander spuitje), dan kan je de naald vrijmaken door deze in heet water te dompelen en met het boortje er langs beiden kanten wat in te “peuteren”.
Vandaag heb ik het over twee tips, waar de meesten onder jullie waarschijnlijk reeds lang vertrouwd mee zijn, maar die ik toch maar even tussendoor meegeef, tot het nut van het algemeen ...
Tip 1 :
Bestaat uit een schuimrubberen zwemslang of zwemnoodle, overlangs gesneden en volgens de afmetingen van het te maken scheepsmodel onderling verlijmd. Is echt praktisch als "onderstel" tijdens de werkzaamheden aan jouw model. De verlijming gebeurt met contactlijjm.
Tip 2 :
Een onwaarschijnijk handig hulpmiddeltje om houtlijm aan te brengen !
Waarschijnlijk voor velen bekend, maar voor diegenen die het nog niet kennen, een woordje uitleg hierover. Het is samengesteld uit een spuitje van 2 ml (waarin je de houtlijm opzuigt) en een naald van 0,9 mm x 40 mm (beide te verkrijgen voor een prikje bij de apotheker; je krijgt wel een blik van “is dat nu een junkie ?”, maar dat moet je er voor over hebben
). Van de naald zaag of vijl je de scherpe punt uiteraard af. Om te voorkomen dat de lijm in de naald verhardt, steek je er na elk gebruik een boortje van 0,6 mm in (dat ik voor het gemak verankerd heb in een houten latje). Is de lijm toch eens verhard (gebeurt zelden en kan je voorkomen door voor een langdurige m.a.w. wekenlange pauze in de werkzaamheden de naald door te spoelen met water uit een ander spuitje), dan kan je de naald vrijmaken door deze in heet water te dompelen en met het boortje er langs beiden kanten wat in te “peuteren”.De tweede beplanking heb ik uitgevoerd bij middel van contactlijm, op dezelfde wijze als voor de beplanking van het dek. Bij deze tweede beplanking worden de instekers wel met secondenlijm (de gele slow) aangebracht nadat de met contactlijm aangebrachte delen zijn uitgehard, zodat je naar believen kan passen en aanpassen voor het lijmen, zonder dat deze al blijven kleven.
Het spanvlies heb ik niet gebruikt, volgens mij dient dit enkel om bij een romp van balsahout, deze te verstevigen en geenszins om oneffenheden te maskeren (en gezien ik -gelukkig- geen balsahout heb aangetroffen in de bouwdoos …)
Voor het verkrijgen van de gladde romp ben ik als volgt te werk gegaan.
Na de eerste beplanking heb ik met een korrel 80 de grootste oneffenheden weggeschuurd, en de spleten/oneffenheden opgevuld met plamuur. Ik gebruik hiervoor Albastine (2-20mm voor de grotere spleten/oneffenheden of aanvullingen, 0-2mm voor het fijnere werk). Het aanbrengen ervan met een plamuurrubbertje vergemakkelijkt dit enorm. Terug opschuren. Daarna heb ik het geheel ingestreken met een mengsel van 50% houtlijm en 50 % water, waardoor het hout extra hard wordt. Daarna nogmaals schuren met korrel 80 en nadat het geheel een bevredigend min of meer effen oppervlak heeft verkregen, heb ik de 2de beplanking hierop gelijmd.
Na de tweede beplanking komt het er op aan om een echt volledig glad oppervlak te verkrijgen. Eerst heb ik de tweede beplanking ingestreken met een mengsel van 70 % lijm en 30 % water. Na uitharding opschuren met grove korrel 80, tot een reeds bevredigende gladheid. Vervolgens plamuren (terug met behulp van het plamuurrubbertje, ook niet op wat plamuur meer of minder kijken) en daarna het plamuursel opschuren. Daarna een acrylic grondlaag aangebracht, bestaande uit 20 % verdunde Gesso (gezien ik een zwarte romp voorzag, heb ik hiervoor zwarte gesso gebruikt, op de foto zie je de witte). Opschuren nu met een fijnere korrel. Indien het oppervlak nog niet voldoende glad is, nog eens plamuren (de fijne albastine zeker gebruiken nu), deze opschuren, de verdunde Gesso nogmaals aanbrengen en met fijne korrel nogmaals opschuren. Dit zou moeten volstaan (dat deed het al ruimschoots na de eerste Gesso laag bij mij). En hop : klaar voor het schilderen.
Gebruikte producten :
Het plamuurrubbertje zie je onderaan, nog zo'n handig hulpmiddeltje.
Het spanvlies heb ik niet gebruikt, volgens mij dient dit enkel om bij een romp van balsahout, deze te verstevigen en geenszins om oneffenheden te maskeren (en gezien ik -gelukkig- geen balsahout heb aangetroffen in de bouwdoos …)
Voor het verkrijgen van de gladde romp ben ik als volgt te werk gegaan.
Na de eerste beplanking heb ik met een korrel 80 de grootste oneffenheden weggeschuurd, en de spleten/oneffenheden opgevuld met plamuur. Ik gebruik hiervoor Albastine (2-20mm voor de grotere spleten/oneffenheden of aanvullingen, 0-2mm voor het fijnere werk). Het aanbrengen ervan met een plamuurrubbertje vergemakkelijkt dit enorm. Terug opschuren. Daarna heb ik het geheel ingestreken met een mengsel van 50% houtlijm en 50 % water, waardoor het hout extra hard wordt. Daarna nogmaals schuren met korrel 80 en nadat het geheel een bevredigend min of meer effen oppervlak heeft verkregen, heb ik de 2de beplanking hierop gelijmd.
Na de tweede beplanking komt het er op aan om een echt volledig glad oppervlak te verkrijgen. Eerst heb ik de tweede beplanking ingestreken met een mengsel van 70 % lijm en 30 % water. Na uitharding opschuren met grove korrel 80, tot een reeds bevredigende gladheid. Vervolgens plamuren (terug met behulp van het plamuurrubbertje, ook niet op wat plamuur meer of minder kijken) en daarna het plamuursel opschuren. Daarna een acrylic grondlaag aangebracht, bestaande uit 20 % verdunde Gesso (gezien ik een zwarte romp voorzag, heb ik hiervoor zwarte gesso gebruikt, op de foto zie je de witte). Opschuren nu met een fijnere korrel. Indien het oppervlak nog niet voldoende glad is, nog eens plamuren (de fijne albastine zeker gebruiken nu), deze opschuren, de verdunde Gesso nogmaals aanbrengen en met fijne korrel nogmaals opschuren. Dit zou moeten volstaan (dat deed het al ruimschoots na de eerste Gesso laag bij mij). En hop : klaar voor het schilderen.
Gebruikte producten :
Het plamuurrubbertje zie je onderaan, nog zo'n handig hulpmiddeltje.