Het schroef verhaal is een complex verhaal. 90% haakt af, behalve K-K, Brutus en enkele die pure soldeer in het bloed hebben stromen.
Nb. Ik ben al geen theoretisch denkende figuur, maar puur improviserend als verf op doek.
Beter van niet dus. Ik heb een PDF uit 1970… dat is knap, want PDF bestond nog niet. Verhaal ooit gepubliceerd in de Roerganger van de HMBC in Den Haag.
De schrijver kende ik persoonlijk. Een bevriend collega van mijn Pa.
Dus bij mijn eerste grote vragen over RC ‘waarom?’ Werd ik bij de man afgeleverd, en was een grote hobby een feit. Dat stopte bij 16 jaar. School, vrienden en cultuur.
2003 haalde ik de spullen bij mijn ouders van zolder. Alle prikkels zorgvuldig bewaard in dozen.
Er was niet meer input nodig dan dat, en de Groninger Hoornsemeer op enkele passen afstand.
Maar kern. Motor heeft een eigen rendement. Optimum waar het ding het beste op draait de boel aandrijft. En min mogelijk werkt als CV installatie.
Die rendementen zijn in de techniek altijd actueel, en zeker nu met elektrische auto’s!
Dan de schroef. Deze vraagt om een vermogen, de motor moet en zal dat leveren, zo had ik gelezen.
Motor en schroef leven beide in een totaal andere wereld. Dus willen die optimaal samenwerken, moet dat verstandig overbrugt worden. In model kan dat even goed als in de 1:1 wereld.
Nu is een borstelmotor sinds ‘1970’ sterk verbeterd, en zijn daar anders geplande motoren bijgekomen, dankzij innovaties op elektronisch gebied. Zoals de brushless motor met een veel hoger rendement. Van 62% naar optimaal 90% in de meest ideale setting.
Maar blijft staan dat schroef en motor beide nog in eigen werelden leven.
Praktijk en berekening concludeerden in ‘70 dat een direct aangedreven scheepje op een rendement van 30 tot 40% presteerde, de rest van de energie benut werd om het heelal te verwarmen, ipv om te zetten in sleepkracht of vaarsnelheid of sterker, vaarduur.
Het verhaal was geënt op destijds de enige op dat moment goed gebouwde en presterende Marx motoren. Voor modelbouw en industrie, laboratoria etc.
Echt hoog vermogen hadden die niet. Maar door ze slim te benutten, kon je een model uitstekend en zuinig lopend in de vaart zetten.
Vooral 1 meter modellen, handzame scheepjes die achter in de auto pasten, profiteerden daarvan. Accutechniek stond in de kinderschoenen. En zelfs een dure DEAC accu, NiCad was nog ‘primitief’… Met een beperkt budget kon dus nog handig gewoekerd worden.
Nog steeds geldt, een eindoverbrenging tussen schroef en motor, wiel of motor geeft een beter rendement.
Een zo groot mogelijke prop ipv kleine.
Geldt ook voor een elektromotor. Alleen heeft de e-motor wel een basisbehoefte aan Amperes nodig om überhaupt rond te draaien. En kan verkeerd gekozen alsnog de accu rap leeg trekken.
Heeft de investering in reductie techniek zin? Wel als je er geen motoren er op wilt verbranden die te klein zijn, of veel te hoog toerig. Hitte grens is zo rond 85 graad. Dan demagnetiseert een reguliere magneet.
Ei de motor en veel rook.
Uitzondering is een merk als Scorpion, brushless, die speciale heli motoren maakt die tegen hoge bedrijfs/bakoven temperaturen kunnen dankzei rare earth magneten.
En ook deze motoren draaien met flinke tandwielkasten om de bladen rond te swingen.
Voor een modelbootje kun je stellen, een ruisende reductiekast en verbeterd rendement versus een kudde betaalbare en vederlichte LiPo accu’s. En een in veel gevallen stiller schip.
Hoewel slecht in lijn geparkeerde enkele kruiskoppelingen aan assen, in onbalans ook als nagels over een krijtbord kunnen klinken.
Ik hoop dat de lezers met het verhaal niet in slaap zijn gevallen. Bij het lezen van het theoretische verhaal worden sommigen zelfs knorrig…
Gr Bas
Tsja... het is allemaal ERG ingewikkeld als je het helemaal tot aan de binnenkant van het oog van de naald wilt begrijpen, maar gelukkig valt er van de motorzijde erg veel te versimpelen.
Een motor is een motor, en zolang je gegevens hebt, kun je redelijk bepalen waar die motor zich het gelukkigst voelt en welk vermogen hij levert bij welk toerental. Als "natte vinger methode" kun je stellen dat een motor zich het gelukkigst voelt bij ongeveer 85% van zijn onbelaste toerental.
Dat onbelastte toerental kun je "voorspellen" middels kV en accuspanning, maar je kan het natuurlijk ook domweg meten. Die motor is werkelijk het probleem niet.
De schroef, DAT is de klootzak in het verhaal, want ik ben bij mijn weten nog nooit bij de verschillende leveranciers vermogens-absorptie grafieken tegengekomen. Zolang je die niet hebt, wordt ALLES een gok, gebaseerd op ervaring en gevoel, tenzij je een paar goede meters, een regelbare voeding en een testbak hebt zodat je kunt meten welke schroef bij welk toerental het ter beschikking staande vermogen opneemt bij verschillende vaarsnelheden. En daar kunnen we simpel over zijn: dat heeft niemand. Ook ik niet. Al zou ik gerust de gek kunnen zijn die zoiets gaat bouwen...
Een verstelbare schroef ZOU een oplossing kunnen zijn, maar die dingen zijn ternauwernood verkrijgbaar, en hoewel je je motor er absoluut gelukkig mee maakt, is het schroefrendement daarentegen weer bedroevend slecht voor in de handel verkrijgbaar spul. Dat in de handel verkrijgbare spul moet je met een vergrootglas zoeken, er komt wat uit China, van dezelfde fabrikant waar ook mijn stoommachientje vandaan komt.
Wat dat betreft zijn de electrovliegers beter af, want van de meeste in de handel verkrijgbare luchtschroeven zijn de gegevens wel zo'n beetje bekend, de speedboten mannen kunnen bij mijn weten ook vaak beschikken over redelijke gegevens, maar voor schaalschroeven is bij mijn weten niks bekend.
Voor wat het waard is, ik ben bekend met de theorie, maar niet in staat vanaf nul alles door te rekenen, ik kan wel redelijk uit de voeten met "gegevens", en kan op grond daarvan wel vrij goed "voorspellen" wat een maat groter of kleiner, of wat meer of minder spoed voor effect zal hebben, maar die heb ik tot nog toe op modelbouw toegespitst niet kunnen vinden.
Voor mij is ook de enige oplossing om een hele reeks schroeven in oplopende maten te proberen en dan te meten wat er gebeurt.
Mijn stoombootje heeft nu een sterk op Raboesch gelijkende metalen schroef van 55 mm Denk niet dat het er een is, daarvoor loopt hij volgens mij te onzuiver rond). Ik ben van plan om te kijken wat een Raboesch schroef doet, maar ik kan van Raboesch bijvoorbeeld niet 55 mm schroeven met verschillende spoed vinden, en verbuigen van de bladen is naar mijn ervaring erg lastig GOED uit te voeren, dus daar waag ik me niet aan. Vind het een beetje een duur experiment om op de gok verschillende maten aan te schaffen, eigenlijk.