Hoi,
Je schrijft dat je het vliegtuig ondersteunt in het zwaartepunt, je ondersteunt het echter in het punt waar het zwaartepunt volgens tekening zou moeten liggen, aangezien het iets achterover helt ligt het zwaartepunt verder naar achteren.
Als je een vliegtuig in het aangegeven punt ondersteunt moet het vlak liggen of evt. een beetje voorover. Een iets voorlijk zwaartepunt resulteert in een meer stabiel vliegtuig (het komt vanzelf terug uit een duikvlucht), een achterlijk zwaartepunt resulteert in een minder stabiel (herstelt minder snel uit een duikvlucht) tot onstabiel vliegtuig (duikvlucht wordt steeds steiler).
Een vliegtuig recht naar beneden laten vallen is niet een betrouwbare methode om het zwaartepunt te testen.
Bij een stabiel vliegtuig zal het gewicht aangrijpend in het zwaartepunt het vliegtuig naar beneden willen trekken, iets daar achter grijpt de lift van de vleugel aan die het vliegtuig tegen de zwaartekracht in in de lucht wil houden en achter aan het vliegtuig levert het stabilo een krachtje naar beneden (negatieve staartlast geheten) die het moment van de lift tov het zwaartepunt opheft (anders zou het vliegtuig voorover duiken).
Bij een achterlijk zwaartepunt is het aangrijpingspunt van de zwaartekracht gelijk aan het aangrijpingspunt van de lift (instabiel) of zelfs daar achter (onstabiel).
Een vleugel die recht naar beneden valt, zoals in jouw test het geval is, is vergelijkbaar met een vallende plank. De "lift" wordt alleen veroorzaakt alleen veroorzaakt door de luchtweerstand van deze plank en zal ergens in het midden aangrijpen. Dit aangrijpingspunt is ruim achter het aangrijpingspunt van de lift in een vliegende situatie en komt daarmee weer achter het zwaartepunt uit waardoor weer een positief moment t.o.v. het zwaartepunt oplevert (neus voorover). Daar komt nog bij dat ook de staart zich gedraagt als een vallende plank en een luchtkracht omhoog levert wat een nog groter positief moment tov het zwaartepunt oplevert.
Nu nog de uitleg waarom de ene situatie stabiel is en de andere onstabiel:
Stabiele situatie:
Volgorde van krachten: zwaartekracht (omlaag) - lift (omhoog) - negatieve staartlast (omlaag). De vleugel is iets omhoog gericht tov de aanstromende lucht (positieve invalshoek) en het stabilo is iets naar beneden gericht (negatieve invalshoek). Als het vliegtuig voorover duikt zal door toenemende snelheid en door de lagere stand tov de aanstromende lucht de invalshoek van de vleugel wat afnemen en die van het stabilo wat toenemen. Dit resulteert in een grotere negatieve staartlast en dus een groter moment tov het zwaartepunt. De staart wil naar beneden en dus de neus omhoog, het vliegtuig herstelt uit de duik.
Onstabiele situatie:
Volgorde van krachten: Lift (omhoog) - zwaartekracht (omlaag) - staatlast (omhoog). In dit geval is niet alleen de vleugel maar ook het stabilo iets omhoog gericht tov de aanstromende lucht (beide een positieve invalshoek). Als het vliegtuig voorover duikt neemt de vliegsnelheid toe (de invalshoek van zowel vleugel als stabilo neemt iets af). Door toenemende snelheid zal het stabilo meer lift (omhoog) gaan leveren, de staart probeert het vliegtuig dus verder voorover te trekken (de duik wordt steiler).
Een behoorlijk lange uitleg met als conclusie:
Een iets voorlijk zwaartepunt levert een meer stabiel vliegtuig op (niet gevaarlijk).
Aangezien je niet weet waar het punt ligt waarop het vliegtuig onstabiel wordt is beginnen met een zwaartepunt achter het op tekening aangegeven punt redelijk riskant. Je wilt niet een eerste vlucht maken met een onstabiel vliegtuig.
Alleen tijdens het vliegen kan je bepalen of het zwaartepunt iets verschoven kan worden. Hoe je dat kunt bepalen is weer een ander verhaal.
Mijn advies, breng het zwaartepunt met wat lood in de neus van het vliegtuig op het punt waar het zou moeten liggen.
Succes,
Andries.