Woelings;
De grote- en fokkemast krijgen een aantal woelings,
Het aanbrengen van de woelings is vrij eenvoudig, zie onderstaande tekening,
Je kan de woelings ook om de mast leggen met wat lijm (DeA. stijl), maar zo werd het in werkelijkheid gedaan. Je legt eerst een lus op het rondhout (C) en vervolgens met het andere eind van je touw (B) de nodige slagen om het rondhout. Dan haal je het zelfde eind waarmee je de slagen hebt gelegd (B) door de lus en trek je (A) stevig aan en de woeling is een feit. De losse eindjes wegsnijden.
De woelings zijn er om de mastdelen bij elkaar te houden. Van de 14e tot de 17e eeuw bestond de mast uit 5 delen, de koning (1 op de tekening hieronder) en de schaaldelen (2). Na de 17e eeuw bestonden de schaaldelen uit 6 tot 8 stuks. Later tot in de 19e eeuw werden in plaats van woelings zogenaamde kuipbanden van ijzer gebruikt, (rechts op de tekening) Deze werden rond de mast gesmeed en na afkoeling waardoor het ijzer kromp zaten ze muurvast om de mast. Na de 19e eeuw kwamen de metalen masten in beeld en werden er geen kuipbanden meer gebruikt.
De masttop had ook 3 tot 6 woelings, deze woelings worden niet aangebracht in de bouwbeschrijving van DeA. waarschijnlijk omdat dit iets moeilijker is i.v.m. met de mars die een beetje in de weg zit, die moet er namenlijk eerst op en dan pas de woelings.
De grote- en fokkemast krijgen een aantal woelings,
Het aanbrengen van de woelings is vrij eenvoudig, zie onderstaande tekening,
Je kan de woelings ook om de mast leggen met wat lijm (DeA. stijl), maar zo werd het in werkelijkheid gedaan. Je legt eerst een lus op het rondhout (C) en vervolgens met het andere eind van je touw (B) de nodige slagen om het rondhout. Dan haal je het zelfde eind waarmee je de slagen hebt gelegd (B) door de lus en trek je (A) stevig aan en de woeling is een feit. De losse eindjes wegsnijden.
De woelings zijn er om de mastdelen bij elkaar te houden. Van de 14e tot de 17e eeuw bestond de mast uit 5 delen, de koning (1 op de tekening hieronder) en de schaaldelen (2). Na de 17e eeuw bestonden de schaaldelen uit 6 tot 8 stuks. Later tot in de 19e eeuw werden in plaats van woelings zogenaamde kuipbanden van ijzer gebruikt, (rechts op de tekening) Deze werden rond de mast gesmeed en na afkoeling waardoor het ijzer kromp zaten ze muurvast om de mast. Na de 19e eeuw kwamen de metalen masten in beeld en werden er geen kuipbanden meer gebruikt.
De masttop had ook 3 tot 6 woelings, deze woelings worden niet aangebracht in de bouwbeschrijving van DeA. waarschijnlijk omdat dit iets moeilijker is i.v.m. met de mars die een beetje in de weg zit, die moet er namenlijk eerst op en dan pas de woelings.