Schip van Barentz

Het blijft onduidelijk wat de bedoeling is. Dat de sloep op het dek lag is wel duidelijk, maar dat is niet helder ivm de boot.
Uit een verslag van Le Maire, begin 17e eeuw, blijkt dat ze te laat waren met het aan boord brengen van de boot vlak voor een storm. Daardoor verspeelden ze de boot.
Dat de boot enkel gesleept werd voor het geval er iemand over boord sloeg lijkt me wat onwerkelijk.
Oude prenten laten zeer zelden zien wat de bedoeling was. Er ligt vrijwel nooit iets op het dek en ook is vrijwel nooit te zien dat de boot gesleept werd, of het moet het geval zijn als het schip stil ligt op de rede.
Constant
 
In post 39 heb je over het 'braadspit' , in 1e instantie dacht ik aan een simpele spellingsfout, maar je gebruikt het woord 4 keer. Dit moet echter het braadspil zijn, met een l aan het eind en geen t. Een braadspit is een apparaat om vlees te bereiden....;)
 
Gerrit de Veer heeft het in zijn dagboek over het braadspit. Kennelijk kunnen braadspit en braadspil door elkaar worden gebruikt.
In 1681 kwam het boek SEEMAN uit. Het eerste maritieme woordenboek van Wigardus a Winschooten. Dit boek is in herdruk nog gewoon in de boekhandel te vinden. Daarin staat alleen het woord braadspit, met als betekenis;
"Werktuig voor op boeiers en andere vaartuigen om iets mee in te palmen (Horizontale spil waarmee het anker wordt gehieuwd), zo genoemd op grond van gelijkenis met een spit waaraan men iets boven het vuur aanbraadt, beide worden gewenteld. Niemand moet zich dus verwonderen dat een schipper een braadspit nodig heeft hoewel er op zijn schip nooit vis of vlees wordt gebraden"

Ik kan er ook niets anders van maken.

Constant
 
https://www.vocsite.nl/index.html (ik kan je straks als ik weer thuis ben nog een aantal linken uit andere boeken laten zien, met het zelfde resultaat)
Ik ga zelden of nooit in discussie als iemand het beter of anders weet als ik, dus kijk maar eens op bovenstaande link en klik dan op de woordenlijst onder de noemer scheepsbouw bij de letter B en dan zal je zien dat het woord toch echt braadspil is en geen braadspit. Aangezien we het over een 'soort' spil hebben lijkt het me overigens niet meer dan logisch.
Ik draai al heel wat jaartjes mee in de historische scheepsbouw en heb naar eer en geweten nog nooit van een braadspit als spil gehoord, of gelezen. Dat neemt niet weg dat wanneer je ondanks de link toch bij je eigen verhaal blijft, je mijn zegen hebt.
 
https://www.vocsite.nl/index.html (ik kan je straks als ik weer thuis ben nog een aantal linken uit andere boeken laten zien, met het zelfde resultaat)
Ik ga zelden of nooit in discussie als iemand het beter of anders weet als ik, dus kijk maar eens op bovenstaande link en klik dan op de woordenlijst onder de noemer scheepsbouw bij de letter B en dan zal je zien dat het woord toch echt braadspil is en geen braadspit. Aangezien we het over een 'soort' spil hebben lijkt het me overigens niet meer dan logisch.
Ik draai al heel wat jaartjes mee in de historische scheepsbouw en heb naar eer en geweten nog nooit van een braadspit als spil gehoord, of gelezen. Dat neemt niet weg dat wanneer je ondanks de link toch bij je eigen verhaal blijft, je mijn zegen hebt.
Beste mensen, ik weet hier verder helemaal niets van en wil mij absoluut niet mengen in deze discussie, maar wat mij opvalt op de site van de VOC staat onder woordenlijsten, en dan Nicolaas Witsen het volgende:
Braetspit Een wercktuigh te scheep daer men mede wint. Deze werden mede in de boots gebracht, als men het anker winden zal.
Misschien dat hier enige vewarring in zit???
 
Zelfs van Yk 1697 heeft het in zijn boekwerk over een braadspit (de originele tekst).
Het gaat hier niet om het beter weten, maar wat er staat beschreven in de literatuur van die tijd. Als er een VOC woordenlijst bestaat die in onze tijd is samengesteld dan sluipt zo'n vergissing er makkelijk in.
Als ik een scheepsmodel bouw uit een bepaalde tijd dan vind ik het niet meer dan logisch om de terminologie van die tijd te handhaven. Als na een paar eeuwen die term blijk te zijn veranderd in braadspil dan is dat prima. Vind ik een bouwtekening van bijvoorbeeld een tjalk uit de tijd van het ontwerp en er staat braadspil, dan neem ik die term over.
Makkelijk zat. Er kan helemaal geen sprake zijn van een discussie. Het zijn allemaal feiten.
Ook al draai je heel wat jaren mee in de historische scheepsbouw, zoals ik, dan is het is het ondanks de vele jaren nooit te laat om iets te leren. Ik heb daar geen moeite mee, graag zelfs.
Constant
 
11



Na het vastzetten van de plaat onder het dek was het maken van de verschansing aan de beurt. Omdat de verschansing overal iets achterover helt was dat aan de boeg een probleem. Daar had ik geen triplex stutten gemaakt. Op het voorschip maakte ik nu een mal die precies aan de randen de juiste hoek voor de verschansing vormde. Om te voorkomen dat de planken zich vast zouden lijmen aan die mal bekleedde ik dat met cellotape. Houtlijm hecht daar niet op. Verder moest die mal bij het lossen naar achteren kunnen schuiven omdat daar het dek breder is.

upload_2018-10-20_11-22-22.jpg




upload_2018-10-20_11-22-22.jpg




Na het bevestigen van de delen van de verschansing kon de mal er uit. De twee kleine gaatjes die benodigd waren voor het vastzetten van de mal verdwijnen later onder de dekplanken. De verschansing is drie planken hoog, maar de constructie is stevig genoeg om in die vorm zonder mal te blijven staan. Hierna kwam het verwijderen van de triplex spanten. Dat deed ik met een tangetje. Ik brak ze gewoon af. Dat klinkt wat ruw maar het gaat prima. Gezien het feit dat bij multiplex slechts de helft van het kopse hout langshout is, blijft de andere helft kopshout. Op kopshout houdt lijm minder sterk dan op langshout. Daarna volgde een precies werkje om de stompen die bleven staan gelijk met het dek te vijlen.

Constant
 
12

Om zoveel mogelijk aan de werkelijkheid tegemoet te komen was het noodzakelijk om langs de verschansing een verhoging te maken. In werkelijkheid liep langs de stutten een zetweger, afgedekt met een plank. Ik maakte dat als een balkje langs de verschansing met later daarop geplaatst de stutten. Daaronder liep het lijfhout. Ook dit was onderwerp van discussie op het vorige forum. Rechtsboven zie je hoe ik dacht dat de dekplanken ingekeept waren in een plank langs de stutten. Hovink vond dat overdreven en stelde dat alles goedkoop en snel moest met die kleine schepen, en adviseerde dat weg te laten. Bij grotere schepen gebeurde dit wel.

upload_2018-10-21_10-56-8.jpg
De tekening waarover van gedachten werd gewisseld. Rechts boven het bovenaanzicht van het dek.



upload_2018-10-21_10-56-8.jpg




Op het dek de schaarstokken, met daartussen de planken. De planken heb ik niet mee laten buigen met de vorm van de romp, maar ik maakte verschillende breedtes die soms in elkaar grijpen. Op opgegraven wrakken zie je eigenlijk nooit mooie nette rechte planken zoals wij dat tegenwoordig doen. Wat gaf het als een plank wat taps toeliep dat zie je ook overal in vloeren van oude gebouwen in die tijd, en dan vaak heel erg breed. De boom waaruit gezaagd werd was uiteindelijk niet overal even dik.

Constant
 
13

Nadat het rahout was aangebracht kon het dek, het verdek, worden afgemaakt. Daarin liggen twee toegangen tot het dek daaronder, de overloop. Bij de boeg het kabelgat. In het midden het grote luik. De doorgang van de grote mast, de vissing, heb ik afgekeken van die van het statenjacht Utrecht. Voor de toegangen tot de kajuit zit een verhoging met daaronder een gleuf. Door die gleuf stak de helmstok waarin aan het eind een verticale stok zat die bediend werd door de roerganger, die op die verhoging stond. Daarachter het gat voor de fokkemast. De voet van de mast stond dus op die verhoging. Het is dus niet de bekende constructie met een kolderstok. Er is reden om aan te nemen dat het hier zo zat, volgens het onderzoek van Hoving. In Harlingen wordt door de Weerdt wel een kolderstok gemaakt.

upload_2018-10-23_12-48-27.jpg



upload_2018-10-23_12-48-27.jpg


Na het aanbrengen van het rahout was deze fase wel klaar en kon begonnen worden met de twee opbouwen boven het rahout, als ondersteuningen voor het boevennet boven het voorschip en het achterschip

Constant
 
14

Om de juiste vorm te blijven controleren van de opbouw aan de achterzijde lijmde ik met een paar dotjes lijm een kartonnen mal op het rahout. Daarop tekende ik de klampen/verschansingstutten voor de opbouw. Aangezien de stutten boven het rahout op die plek uitkomen moesten er door het rahout gleuven worden gemaakt.
upload_2018-10-25_10-28-11.jpg



Een paar stutten staan hier al op hun plaats. De drie lange stutten bij de kajuit eindigen halfond aan de bovenzijde. Hierop komt geen afsluitende lat omdat het rahout daar niet strikt nodig is. Op lager gelegen stutten komt wel een lat omdat hier straks het boevennet moet komen te rusten, dat doorliep tot aan de kajuit.

upload_2018-10-25_10-28-11.jpg


Op deze foto is te zien dat ik het achterdek ook van planken heb voorzien. In de brede rand boven de deuren van de kajuit zitten vier gaten. Hierin komen straks de balken die een opening moeten maken voor de vrije doorgang van de bezaansmast. Door die opening moeten ook de touwen komen die de het zeil bedienen en het rak. De mal is hier verwijderd en de stutten zijn klaar om te worden beplankt aan de buitenzijde.

Voorlopig zal dit een van de laatste postings zijn. Ik ben bezig met een grote maquette opdracht voor de Gemeente Zutphen, mijn woonplaats. Dat gaat jaren duren en vergt een paar duizend uur werk. Zo tussendoor zal ik nog wel eens wat gaan doen aan dit model. Dat is dan een welkom iets als ik eens even wat anders wil gaan doen.:) Het resultaat zie je dan wel.

Constant
 
Nu - zover heb je wel iets moois laten zien. Ik ben benieuwd naar het vervolg!

Overigens mag je ook altijd een foto posten van de maquette die je gaat maken - dat is ook mooi om te zien.
 
Hoewel het niets met scheepsbouw te maken heeft………………….:D

Ik werk aan een opdracht van de Gemeente Zutphen, mijn woonplaats, om een grote maquette van de hele stad te bouwen zoals de stad er uit zag in het jaar 1485. Dat alles op schaal 1 ; 500, met alle details die maar mogelijk zijn. Ik heb daar drie jaar voor uit getrokken en denk er minstens 3000 uur voor nodig te hebben. Momenteel werk ik er bijna een jaar aan en er zijn nu zo’n 250 gebouwen klaar. Een ruwe schatting is dan ongeveer 1200 gebouwen. Dus ik kan nog wel even. Het vergt een heleboel onderzoek dat ik doe met een paar andere deskundigen hier uit de stad. De Gemeente bouwt een heel circus hieromheen met een aparte website, maar die is nog niet helemaal klaar.
Misschien open ik nog wel een topic op het forum hierover, maar dan moet ik wel iets verder zijn.
upload_2018-10-25_11-25-33.jpg

Een overzicht van een aantal gebouwen die klaar zijn. Ze staan hier willekeurig opgesteld, pas als ik aan de grondplaat toe ben, misschien volgend jaar, ga ik ze op de juiste plaats zetten. De kerk alleen al vergde ruim 140 uur. De spits is van het blik van een bierblikje

upload_2018-10-25_11-25-33.jpg

De Waterstraat in Zutphen, met daar achter een voorlopig deel van de stadsmuur.

upload_2018-10-25_11-25-33.jpg

Getekende geveltjes, klaar voor uitsnijden/zagen op 0,8 mm multiplex. Alle gebouwen, hoe klein ook, zijn hol en bestaan uit tenminste 9 onderdelen.

Constant
 
Dit is wel heel iets anders als scheepsbouw, maar niet minder mooi.
Die huisjes beplak je die met de spulletjes die voor maquette bouw te krijgen zijn? of maak je die ook zelf??
 
De huisjes maak helemaal van multiplex dik o,8 en 0,6 mm dik. Elk huisjes bestaat uit een bodemplaat, twee spanten, twee zijgevels, twee kopgevels en twee dakvlakken. Als dat in elkaar zit komen de schoorstenen. Dat lijkt een hele klus maar met een hoop handigheid gaat me dat vrij vlug af. Als het klaar is in de grondverf, daarna schilder ik de steenkleur en de dakpannen. De dakvlakken zijn vooraf met een mes ingeritst en zijn o,6 mm dik. Dan komen de ramen en de deuren, die teken ik met een rotringpen. Als laatste de luiken. Dat is gekleurd papier op dubbelzijdig plakband, en dan uitgesneden en opgebracht. De luikjes zijn soms minder dan een millimeter in het vierkant. Daarna vul ik de deurvlakken in met verf. Alle verf is Humbrol of Revell.
Gewoonlijk maak ik tussen de 15 en de 20 huisjes tegelijk.

Constant
 
Om even terug te komen op het schip van Barentz. Dat is vandaag te water gelaten en de naam die werd onthuld is'' De witte Swaen".
Hoe ze die gevonden hebben weet ik nog niet, maar misschien wordt dat nog eens onthuld.

Constant
 
Het is in Nederland verplicht dat een schip een naam of een kenspreuk heeft, anders mag het niet op de Nederlandse wateren varen. Een naam moet dus.
De witte Swaen is wel een naam die in het rijtje van 16e eeuwse schepen past, maar ergens gaat voor mijn gevoel ook de charme weg van "het schip van Willem Barentz" (tenzij het origineel ook zo heette natuurlijk, maar dat had dan waarschijnlijk al wel veel eerder bekend geweest)
 
Back
Top