Wat ik ook al eerder zei en wat ook door andere wordt gezegd, de instraling is veel minder. Hierdoor is het ontstaan van de thermiek ook een stuk minder en de stijging van de thermiek bellen ook een stuk minder ( maar ze zijn er wel).
Uiteindelijk gaat het er om dat je normale daalsnelheid van je zwever kleiner is dan de stijging van de thermiekbel. (en je dus omhoog gaat) In de winter hebben de f3j vliegtuigen en handlaunchers een voordeel. Hun daalsnelheid is vaak veel lager dan de normale zwevers (profiel vaak SD7037 als ik het goed heb)
Ook is hun draaicirkel zeer klein waardoor zij in het midden van de toch al zwakke thermiekbel kunnen blijven draaien.
Grote zwevers bv 4 mtr hebben uit zichzelf een hogere daalsnelheid en hun draaicirkel is ook een stuk groter, wat dus in hun nadeel werkt.
Een van de onderschatte aspecten is toch wel de vlieger zelf. Kleine thermiek bellen herkennen is ook een vak. Vaak zie ik op de club dat mensen er dwars doorheen vliegen en vervolgens zeggen ze dat er geen thermiek was. Dit laatste kun je in mijn ogen alleen maar verbeteren door onder allerlei omstandigheden te vliegen. Op die manier leer je je model goed kennen en weet je hoe het reageert (ikzelf heb 3 wedstrijdmodellen, uit dezelfde negatief mallen en toch vliegen ze alle 3 iets anders).
Nu zijn wij in Heeze in de gelukkige omstandigheden van allerlei grond hebben.
Wij hebben in de aanbieding : heide, gras, een omgeploegde akker, water
bossen. Wij kunnen bij een bepaalde windrichting precies zeggen waar de bellen loskomen. Er is een stuk waar donkere grond , tegen een stuk bos aanligt.
Aangezien de omstandigheden op elk veld anders zijn kom je dus er alleen maar achter door veel te vliegen.....