Piet, bedankt voor deze informatie. Heb je enig idee of dit een originele manier van anker lichten was? Ik heb die info niet terug kunnen vinden namelijk
Dit werd alleen gedaan op kleinere schepen. Aan de ankers werden lijnen bevestigd, teneinde ze met bepaalde takels te kunnen
vissen of
penteren. Het gebruik van zulke takels voor het vissen was in gebruik tot het midden van de 19de eeuw. Toen werd een takel ingevoerd dat was bevestigd aan een houten paaltje dat achter de kraanbalk op de rust was aangebracht en dat men
kipstut noemde. Het takel heette het
kiptakel of het
kipjijn.
Het kiptakel werd in het algemeen op grotere zeilschepen gebruikt.
Op kleinere schepen (zoals de Duyfken), werd een takel gebruikt dat men ook wel de
visser noemde en dat was bevestigd aan een draaireep die op zijn beurd vastzat aan een dwarszaling van de fokkemast. Zowel het kiptakel als de visser waren voorzien van een zgn.
hengellijn, een dun touw dat ter hoogte van de vloeien (handen) om de ankerarmen werd gelegd, teneinde het anker recht te houden indien het werd opgetakeld.
Dus het antwoord is ja, dit is de originele manier om het anker omhoog te takelen. Op de foto (post 141) die ik heb gevonden zie je de visser bevestigd aan de ankerring. Niet is te zien alwaar deze is bevestigd aan de dwarszaling, helaas kan ik daar geen plaatje van vinden.
Het omhoog halen van het anker werd uiteraard gedaan met de ankertros via het aanwezige spil. Met de visser werd het anker gekat, wat normaal met de kraanbalk gebeurd. (katten van het anker is: het anker borgen aan de fokkerust, of in dit geval aan de snebbe)
De rode pijtjes geven de visser aan.