Je hebt er meerdere:
- Onderlegringen (vulringen); helemaal rond
- Veerringen zonder tandjes; een onderlegring die aan één kant open is en ietwat uit zijn verband gebogen is
- Veerringen met tandjes; helemaal rond met tandjes aan de binnenkant
of helemaal gekarteld (kan ik zo gauw geen plaatje van vinden).
Onderlegringen (of vulringen) zorgen voor een grotere 'grip' van de schroefkop. Veerringen zorgen voor meer grip van de schroefkop op het uiteindelijke materiaal. Door de 'verende' tandjes krijgt de schroef weerstand waardoor hij minder makkelijk loskomt.
Onderlegringen zijn bijvoorbeeld erg makkelijk als je gaatjes hebt in plastic (lexan body) en je schroefkop is maar net iets groter dan het gat blijkt te zijn. Ringetje ertussen en je schroefkop heeft ineens veel meer plastic onder zijn kop en dus meer grip.
Onderlegringen worden ook gebruikt bij je gloeiplug. Deze heeft een iets andere functie, namelijk zorgen voor een betere afdichting tussen de cilinderkop en de gloeiplug. Omdat deze ring van relatief 'zacht' materiaal (koper bijvoorbeeld) is gemaakt zal hij zich een ietwat laten vervormen en aanpassen aan eventuele oneffenheden (een vuiltje eronder). Het eindresultaat is dus een betere afdichting. In de professionele wereld worden dit soort ringetjes dan ook niet hergebruikt na het loshalen maar wordt iedere keer een nieuw ringetje gebruikt.
Veerringetje zorgen er in principe voor dat een schroef 'vaster' komt te zitten (en niet meer zo makkelijk lostrilt). Dat is wel afhankelijk van een aantal factoren waarvan de belangrijkste de grootte van de schroefkop in combinatie met de grootte van de ring is. En het materiaal waarvan de veerring is gemaakt is natuurlijk ook van belang; het mag duidelijk zijn dat een plastic veerring minder stevig is dan een stalen...
Alhoewel ook wel combinaties gebruikt worden (eerst een vulring, dan een veerring), heeft deze combinatie minder effect omdat de veerring in principe alleen maar de schroef en de onderlegring 'vasthoudt'. De onderlegring kan nog wel 'bewegen' op zijn onderkant en daardoor het geheel laten lostrillen. Beter is dan om de combinatie te maken van veerring, onderlegring en dan weer een veerring. Maar dit wordt meestal wat wankel (en dik).
Er zijn ook kant en klare combinaties van veerring en vulring en ook boutjes met veerring in de handel (veel gebruikt bij computers) maar die zijn minder geschikt voor modelbouw omdat de kwaliteit daarvan niet zo best is (mindere metalen i.p.v. staal).
Kortom, gebruik een veerring als je een schroef vast wilt zetten, gebruik een onderlegring als je een schroefkop meer grip wilt geven.
Gebruik geen veerring bij taps toelopende gaten (zoals in de bodemplaat) omdat dit in de meeste gevallen te dik wordt en de schroef niet meer helemaal verzonken is. Dan is locktite een betere oplossing.
Gebruik veerringen ook voorzichtig bij schroeven in kunststof omdat de weerstand van de veerring je ertoe kan overhalen om de schroef te los te laten zitten of juist zo vast te willen draaien dat je de schroefdraad kapot trekt.
Bovenstaande komt uit eigen ervaringen en is niet technies, wetenschappelijk of anderszins onderbouwd
