In het algemeen stond er bij iedere mast wel één of meer knechten. De grote mast en de fokkemast, met hun relatief zware raas en de wijze van ophanging hadden een zware knecht nodig. De bezaan ( in feite een schuin staande ra) was minder zwaar en kon ook met een dubbel blokkensysteem omhoog getakeld worden. Een knecht was dan iets minder belangrijk. Maar voor het hijsen van zware lasten was deze dan weer wel handig.