17e eeuwse Fluyt - Kolderstok

Of eentje met een galjoen. Dat kan ook mooi zijn:thumbsup:
Wordt een mooi schip Hans! Ik ben erg benieuwd hoe de bouwdoos uiteindelijk geleverd gaat worden. Ik ben het boekje ''de schepen van Abel Tasman'' aan het lezen en daar staat het een en ander in over Fluitschepen.
Ook de diverse uitvoeringen. Ik vroeg mij af of je misschien opties toe gaat voegen om er bijvoorbeeld een walvisvaarder van te maken? Zou wel leuk zijn. Ik begrijp dat het voor nu een houthaler wordt, wat zijn de specifieke kenmerken van een houthaler?
Het zijn inderdaad opties die ik op een bepaalde manier wil aanbieden op het model, maar hoe precies weet ik nog niet.
 
Wat kan je zeggen over de diepgang van dit schip Hans? Gezien jouw waterlijn over het onderste berghout. En hadden de noorts vaerders wel een behandeling in de vorm van harpuis?
 
Laatst bewerkt:
Ik heb qua waterlijn/diepgang de tekeningen gevolgd zoals die door Ab Hoving en René Hendrikx gemaakt zijn. Wanneer je daar kijkt zie je dat de waterlijn inderdaad over het onderste berghout loopt. Dit heb ik overgenomen zonder dat ik dit zelf verder gecontroleerd heb, of afgevraagd heb of dit correct was (en dat hoeft eigenlijk ook niet. Sommige bronnen kun je gewoon vrijwel blindelings vertrouwen :-). )
Er is ook eigenlijk geen reden te verzinnen waarom het berghout niet onder water zou mogen komen. Het was/is gewoon een onderdeel van de scheepshuid, met als enige verschil dat deze wat dikker was dan de rest. En wanneer je een werkschip als deze vollaadt, dan kan ze best wel eens redelijk diep in het water liggen.

Over het waarom van het "harpuizen" (variant op teren) van het onderwaterschip: hier denk ik dat het gewoon algemeen gebruikelijk was, ongeacht het uiteindelijke doel van het schip. Het kon een noordsvaarder worden voor de walvisjacht, een houthaler op Skandinavië, maar ook een retourschip op de specerij-eilanden. Tijdens haar bestaan kon een schip ook van het één omgebouwd worden voor het ander. Dus standaard in de harpuis, mede omdat de paalworm ook in de Noordzee voor kwam.
 
Hier nog een zijaanzicht van de tekening die ik aan het maken ben:
Forum 32.jpg
 
Witsen schrijft dat de grote rust 1/8 van de lengte van het schip tussen de stevens is. In dit geval 120 voet, 1/8 daarvan is 15 voet, en dan teruggerekend naar de lengte van een voet en de schaal van het schip kom ik op een lengte van de rust van ongeveer 6 cm. Op de tekeningen die ik heb is de lengte echter ruim 7 cm. Dit is volgens de 1/8 regel dus te lang.

Het model van de Prins Willem heeft een rustlengte die ongeveer 1/4 van de lengte tussen de stevens is (opgemeten uit tekening) en de Batavia (door Willem Vos naar voorbeeld van o.a. Witsen gebouwd) heeft een rust van 40 voet, bij 160 voet lengte tussen de stevens, dus ook hier die 1/4.
Dus wat is "juist"?

Het kan natuurlijk ook zo zijn dat ik de opmerking precies verkeerd om interpreteer en dat de rusten aan de voorzijde iets te ver doorsteken. Misschien bedoel je dat :-)
Dit kan ontstaan zijn doordat de plaats van de grote mast een paar keer wat verschoven is in de tekening. Wanneer dan de rust niet mee schuift kan die een beetje anders gepositioneerd staan. Zoek ik ook uit en pas ik indien nodig aan.
 
Back
Top