dus in mijn ogen stijgt de koude onderlaag onder de wolken niet door "themperatuursverschillen", maar door aanzuiging...
een beetje het extreme voorbeeld, maar kijk naar een storm, supercel of dergelijken... ze zuigen alles aan in een grote omgeving.
Een 'zuivere storm' kent geen stijgwinden, behalve de opstijgende delen van rollers/wervels die het gevolg zijn van de luchtstroom over het ongelijkmatige landschap (bomen (rrij, bos), heuvels, bergen, ...).
Een 'zuivere storm' ontstaat agv. een (meestal lage) luchtdrukgebied en zgn. corioliskrachten die daarin optreden. Als de drukgradient groot is (veel millibar verandering per 100 km) worden de luchtsnelheden groter ==> storm.
Een supercel is een (extreem) grote onweerswolk, is een extreem grote thermiekbel. Een supercel kan alleen ontstaan op de grens van twee 'brokken' lucht met:
- aanzienlijk grote verschillen in temperatuur (>10 gr over soms maar 10-25 km) en
- grote verschillen in luchtvochtigheid.
De vochtige lucht is (toch) zwaarder dan de koude droge lucht, en de koude lucht schuift over de warme lucht heen. Hierdoor ontstaat een enorme vertikale temperatuurgradiënt (temperatuur naar boven toe neemt sneller af als op basis van alleen drukafname het geval zou zijn geweest) die de thermiek initiëert (er komen makkelijk bellen los).
De hoge luchtvochtigheid is vervolgens de 'motor' die de thermiekbel tot onweersformaat of zelfs supercel laat uitgroeien. Stijgt de bel nl. zo hoog dat de temp onder de condensatie temp komt (en vanwege die hoge temp-gradiënt gebeurt dat sneller) dan gaat die zeer vochtige lucht condenseren (wolken ontstaan) en daarbij komt warmte vrij. De bel wordt dan nog warmer en gaat dus nog harder stijgen ...!
Op die manier ontstaat een enorm complex, vaak van meerdere van die 'super thermiekbellen' naast elkaar (langs de scheidslijn warme/koude lucht) die honderden kilometers groot kan worden. De vertikale luchtsnelheden kunnen daarbinnen probleemloos de 150 km/u overschrijden. Dit kan ons de indruk geven dat het zuigt, maar dat komt door de omvang van het fenomeen. Van een thermiekbel zijn we gewend dat die stijgende kolom binnen 1 km in de omgeving moet zijn. Hier kan die 'bel' wel 300 km verderop zitten. Maar het effect en oorzaak zijn de zelfde: thermiek. Alleen de schaal is een 'tikkie' anders.
En ja, een gewone kleine thermiekbel zuigt ook. Als de warme lucht is opgestegen komt koelere lucht daarvoor in de plaats (er ontstaat immers geeen vacuüm) door allerlei massa-traagheidseffecten klotst die lucht een beetje achter die bel aan. Het zuigt.
Dirk.