BLUENOSE van YUANQING, schaal 1:72, Plank on Frame
- Topicstarter P Voogt
- Startdatum
Dankjewel, Peter. Het kostte weer wat uurtjes werken met de pincetten. Maar bij het werk aan de topmost kon ik er even bij staan. Da’s weer eens wat anders en zag ik de BN ook eens wat langer van boven.Je maakt hier weer een kunstwerk van Peter.
Gr. Peter
Voor de BN (en andere / latere modellen 
) een demontabele fototafel gemaakt:
Hier hoe ik hem heb gemaakt en van welk materiaal:
https://www.modelbouwforum.nl/threads/fototafel.283868/
De foto's uit de vorige post heb ik daar al op gemaakt.
Gr. Peter
) een demontabele fototafel gemaakt:Hier hoe ik hem heb gemaakt en van welk materiaal:
https://www.modelbouwforum.nl/threads/fototafel.283868/
De foto's uit de vorige post heb ik daar al op gemaakt.
Gr. Peter
Laatst bewerkt:
De klauwval aangebracht tussen de gaffel en de bovenzijde van de ondermast.
Bij de schooners is deze op een bijzondere manier uitgevoerd. Beide uiteinden van het lijn worden uiteindelijk vastgezet aan een korvijnagel.
Zowel Jenson als Chapelle hebben duidelijke schetsen gemaakt:
Aan stuurboord zijde is een extra val aangebracht.
Ikhoop dat ik alle Nederlandse benamingen (weer) goed heb.
Voor die extra val een 3,5 mm dubbelschijfs blok voorzien van 2 ogen:
Aan het grotere oog de 0,45 mm lijn bevestigd en aan het kleinere oog de 0,35 mm lijn.
Vervolgens de gehele klauwval ingeschoren:
A: Aan bakboord loopt het halende part van de dikke lijn via een blok op het dek naar een korvijnagel op de tafel aan de mastvoet.
B: De dikke lijn gaat vanaf de voorzijde door het linkse dubbelschijfs blok aan de achter onderzijde van de ondermast.
C: Vanuit B gaat het door het linkse enkelschijfs blok op het 'spectacle iron' op de klauw van de gaffel. Vervolgens weer naar het linkse dubbele blok bij B, terug naar het rechts dubbele blok bij C, omhoog naar het rechts dubbelschijfs blok bij B, weer door het rechts blok bij C en terug naar B.
D: Na de laatste doorhaling door B is het uiteinde van de dikke lijn vastgezet aan het dubbele blok van de extra val.
E: De dunne lijn gaat via de beide dubbelschijfs blokken. Het onderste blok is met een haak vastgezet aan een oogbout op de nageltafel tussen de achterste twee wanttouwen. Het halende part van de lijn wordt na de laatste doorhaling door het blok D vastgezet aan een korvijnagel net voor het haakblok.
Omdat de gaffel is neergehaald, zit het blok D nu bijna bovenaan bij B. Het zetten van het hoofdzeil met de gaffel wordt dus gedaan met het aanhalen van de beide halende parten. Zoals Jenson vermeld: de dikke lijn aan bakboord met behulp van de winch.
De bovenzijde van de ondermast met de beide dubbelschijfs blokken (B) aan het bij mij unster vormige ijzer:
Schuin rechts daar onder het bovenste blok van de extra val (D).
Boven de klauw het spectacle-iron met de beide blokken (C):
Links naast de tafel het blok (A) op het dek en het halende part vastgezet aan de korvijnagel.
De bevestiging van de extra val op de nageltafel:
Met nog wat lijnen in beeld die ik eerder heb gezet en laten zien.
Gr. Peter
Bij de schooners is deze op een bijzondere manier uitgevoerd. Beide uiteinden van het lijn worden uiteindelijk vastgezet aan een korvijnagel.
Zowel Jenson als Chapelle hebben duidelijke schetsen gemaakt:
Aan stuurboord zijde is een extra val aangebracht.
Ikhoop dat ik alle Nederlandse benamingen (weer) goed heb.
Voor die extra val een 3,5 mm dubbelschijfs blok voorzien van 2 ogen:
Aan het grotere oog de 0,45 mm lijn bevestigd en aan het kleinere oog de 0,35 mm lijn.
Vervolgens de gehele klauwval ingeschoren:
A: Aan bakboord loopt het halende part van de dikke lijn via een blok op het dek naar een korvijnagel op de tafel aan de mastvoet.
B: De dikke lijn gaat vanaf de voorzijde door het linkse dubbelschijfs blok aan de achter onderzijde van de ondermast.
C: Vanuit B gaat het door het linkse enkelschijfs blok op het 'spectacle iron' op de klauw van de gaffel. Vervolgens weer naar het linkse dubbele blok bij B, terug naar het rechts dubbele blok bij C, omhoog naar het rechts dubbelschijfs blok bij B, weer door het rechts blok bij C en terug naar B.
D: Na de laatste doorhaling door B is het uiteinde van de dikke lijn vastgezet aan het dubbele blok van de extra val.
E: De dunne lijn gaat via de beide dubbelschijfs blokken. Het onderste blok is met een haak vastgezet aan een oogbout op de nageltafel tussen de achterste twee wanttouwen. Het halende part van de lijn wordt na de laatste doorhaling door het blok D vastgezet aan een korvijnagel net voor het haakblok.
Omdat de gaffel is neergehaald, zit het blok D nu bijna bovenaan bij B. Het zetten van het hoofdzeil met de gaffel wordt dus gedaan met het aanhalen van de beide halende parten. Zoals Jenson vermeld: de dikke lijn aan bakboord met behulp van de winch.
De bovenzijde van de ondermast met de beide dubbelschijfs blokken (B) aan het bij mij unster vormige ijzer:
Schuin rechts daar onder het bovenste blok van de extra val (D).
Boven de klauw het spectacle-iron met de beide blokken (C):
Links naast de tafel het blok (A) op het dek en het halende part vastgezet aan de korvijnagel.
De bevestiging van de extra val op de nageltafel:
Met nog wat lijnen in beeld die ik eerder heb gezet en laten zien.
Gr. Peter
Laatst bewerkt:
Dankjewel, Piet. Je bent een goede leermeester.Knap stukje tuigwerk Peter en ook goed uitgelegd
Gr. Peter
Stephan Kertész
Forum veteraan
Knap uitgevoerd op die schaal. Ook netjes. Maar vind het geen vreemde constructie, de ra bij 19de eeuwse schepen werden met zo'n constructie getakeld. Op onderstaande tekening zie je hoe dit bij zo'n schip zat. Ook met meerdere blokken.
Dankjewel, Stephan. Ik bedoelde eigenlijk als 'bijzonder' de extra val. Maar daar zal ook best wel een eerder voorbeeld van zijn. Mijn referentiekader is dus beperkt m.b.t. tuigage.
Gr. Peter
Stephan Kertész
Forum veteraan
Die extra takel op de val onder aan de mast zit er inderdaad dan ook. En word dan ook vastgezet op een nagelbank of aan de mast.
Maar je zal wel stijve handjes hebben met de pincetten alles goed op zijn plek te kunnen krijgen. Geen makkelijke klus. Ik vind ook de keuze van touw heel goed. Mooi op schaal.
Maar je zal wel stijve handjes hebben met de pincetten alles goed op zijn plek te kunnen krijgen. Geen makkelijke klus. Ik vind ook de keuze van touw heel goed. Mooi op schaal.
Dat val dat aan BB naar de winch gaat zal als het zeil opgehaald is een flinke bos lijn zijn. Die aan SB valt wel mee denk ik. Probeer te beredeneren waarom deze dubbel constructie. Misschien om het later handmatig nog iets door te kunnen zetten? Gr. Klaas.
Dankjewel, Stephan voor de aanvulling en complimenten. Probleem van het werken m te de 2 pincetten is te zorgen dat ik nergens achter blijf haken. En dan staat er nog niet eens zoveel. Die dunne van 0,25 zijn de ergste.
Gr. Peter
Dankjewel, Peter.Weer een prachtig stukje werk mooi uitgelegd Peter
Gr. Peter
Mijn volgende stap zou zijn om de hoofd giek aan de achterzijde te voorzien van de Dirk (Quarter Lift) en een kwart daarvoor de Quarter Lift. En als ik dan toch aan die achterzijde bezig was, ook de Topmast Pardoen.
Omdat ik de diameters van het lijnen in verhouden met elkaar aan wil brengen, vond ik de maten op de MS/Lankford tekeningen voor de ze pardoens 'opmerkelijk stevig': 0.7mm. Dat is voor mijn schaal 1:72 0.6mm. Besloten om eerst alle stagen en pardoens om een rijtje te zetten waar beide masten in de lengterichting mee worden vastgestel zet.
In de Saga van Jenson had ik op pag.20 zijn overzicht gevonden van al de touwen. Beiden naast elkaar gezet met de waarden in mm voor de schaal 1:72:
Met enkele opmerkelijk verschillen qua benaming en:
-de diameters van Jenson zijn veel forser dan Lankford.
-veel andere lijnen waren bij beiden veel meer in verhouding.
-Lankford vermeld geen voor topmast pardoen.
Met betrekking op de voor topmast pardoen wilde ik meer weten.
Jenson heeft daar ik zijn tekeningen op de pag's. 32 en 120 zelfs 2 keine tekeningen gemaakt ter verduidelijking. In het Nova Scotia Archive ben ik op zoek gegaan naar een foto waar de stagen zichtbaar op staan. De meeste foto's zijn met de wind in de richting van de fotograaf, waardoor al de zeilen zijn kant op stonden en dus het zicht op de stagen en pardoens weg namen. Toch de volgende gevonden:
Links zonder verduidelijking, rechts met de stagen en pardoens, met de nummering uit mijn excel bestandje. en links de 2 inserts met de extra schetsen van Jenson.
Daar is dus 'duidelijk' ook de voormast pardoen te zien. En vastgemaakt vlak voor het want van de hoofdmast.
Maar de eerlijkheid gebied dat er ook oude foto's zijn waar deze niet op staat.
Lankford laat in zijn tekening wel zien dat de achterste pardoen wel verplaatsbaar is naar vlak achter de hoofdmast.
Eens kijken om ik nog wat aanvullende boven water kan halen. Eisnor vermeld op zijn tekeningen nog veel minder.
Gr. Peter
Omdat ik de diameters van het lijnen in verhouden met elkaar aan wil brengen, vond ik de maten op de MS/Lankford tekeningen voor de ze pardoens 'opmerkelijk stevig': 0.7mm. Dat is voor mijn schaal 1:72 0.6mm. Besloten om eerst alle stagen en pardoens om een rijtje te zetten waar beide masten in de lengterichting mee worden vastgestel zet.
In de Saga van Jenson had ik op pag.20 zijn overzicht gevonden van al de touwen. Beiden naast elkaar gezet met de waarden in mm voor de schaal 1:72:
Met enkele opmerkelijk verschillen qua benaming en:
-de diameters van Jenson zijn veel forser dan Lankford.
-veel andere lijnen waren bij beiden veel meer in verhouding.
-Lankford vermeld geen voor topmast pardoen.
Met betrekking op de voor topmast pardoen wilde ik meer weten.
Jenson heeft daar ik zijn tekeningen op de pag's. 32 en 120 zelfs 2 keine tekeningen gemaakt ter verduidelijking. In het Nova Scotia Archive ben ik op zoek gegaan naar een foto waar de stagen zichtbaar op staan. De meeste foto's zijn met de wind in de richting van de fotograaf, waardoor al de zeilen zijn kant op stonden en dus het zicht op de stagen en pardoens weg namen. Toch de volgende gevonden:
Links zonder verduidelijking, rechts met de stagen en pardoens, met de nummering uit mijn excel bestandje. en links de 2 inserts met de extra schetsen van Jenson.
Daar is dus 'duidelijk' ook de voormast pardoen te zien. En vastgemaakt vlak voor het want van de hoofdmast.
Maar de eerlijkheid gebied dat er ook oude foto's zijn waar deze niet op staat.
Lankford laat in zijn tekening wel zien dat de achterste pardoen wel verplaatsbaar is naar vlak achter de hoofdmast.
Eens kijken om ik nog wat aanvullende boven water kan halen. Eisnor vermeld op zijn tekeningen nog veel minder.
Gr. Peter
Laatst bewerkt:
Hoi Klaas. Door het zoeken in de tabel van Jenson kwam ik ook de lengte van het touw van die val tegen: 482 ft.= 147 meter.
Maar er zijn nog langere:
Piekenval: 600 ft = 183 meter
Dan valt mijn bos touw achterop de giek nog mee: 200 ft = 61 meter.
En tijdens het zeilen bosten ze dat niet altijd netjes op:
Het blijft mooi en indrukwekkend, die oude foto's
Gr. Peter
Klopt, Peter. Zeker als de verschillende bronnen zo van elkaar verschillen.Dit is een aardig zoekplaatje om het goed te krijgen Peter
Maar het originele bestek ontbreekt, dus eigenlijk kan ik het niet fout doen ……..
Gr. Peter