Brander installatie van modelstoomsleepboot Dockyard V.
Ik heb diverse vragen/opmerkingen geplaatst over de Mel brander van de Sleepboot Maarten en daarom wil ik uitleg geven over de brander installatie van mijn Dockyard V.
In principe zijn de verschillen klein.
In de Maarten gebeurt het verdampen van het vloeibare butaangas in de vuurgang d.m.v. 2 verdampingsleidingen, vervolgens wordt het gas in een tussenvat opgevangen en over een hand regelbare gasafsluiter naar de brander gevoerd.
In mijn Dockyard wordt het vloeibare gas al in de gastank verdampt en de benodigde warmte wordt verkregen door de koperen steunen met een warmte collector aan de binnenzijde van het ketelhuis, er is dus geen tussen gasopvang nodig.
In principe geen verschil, beide systemen gebruiken de hitte in het ketelhuis/vuurgang om het gas te verdampen.
Blijft nog open het toevoeren van voldoende verbrandingslucht.
Ik heb de branders van de Dockyard diverse malen getest in de buitenlucht. Altijd een mooie bijna onzichtbare vlam, maar ik had toch last van roetvorming in de binnenkant van de ketel.
Pas bij het maken en testen van de nieuw ontworpen keteldruk gestuurde vlamregeling kwam ik hierachter.
Op de onderstaande foto is de testinstallatie van de keteldruk gestuurde vlamregeling te zien. Op de manometers zijn van links naar rechts af te lezen: gasdruk, hoofdbrander druk, waakvlam druk en de gesimuleerde keteldruk. Helaas zijn niet alle wijzerluitslagen gelijk omdat ik de toevallig in mijn naaimandje aanwezige meters heb gebruikt.
In mijn geval, als ik de brander in de gesloten ketelhuis plaatste, zag ik door de aansteek opening roze vlampunten, onvolledige verbranding!
In de buitenlucht, buiten de ketel was de vlam perfect, maar zo gauw deze in de behuizing werd geplaatst veranderde het vlambeeld.
Dus ergens door de vlamdruk of temperatuur in de verbrandingsruimte veranderde er iets. Na het maken van extra luchttoevoergaten, zie op de foto had ik weer mooier vlammen.
De brander van de Dockyard is een afgeleide van het ontwerp van J.A.M de Waal, echter met een geheel ander systeem voor de sproeier.
Op de onderstaande foto de door hem ontworpen brander.
Omdat hij geen vaste gassproeier toepaste, heb ik het ontwerp aangepast naar een wisselbare sproeier.
Lang verhaal, sorry nu antwoord op Sleepboot Marten:
Zie
https://www.modelbouwforum.nl/threads/sleepboot-maarten-in-aanbouw.96933/page-41#post-3932461
De doorlaat van de buis, inwendig 10 mm is een gegeven voor de hoeveelheid gas, die hier doorheen kan stromen.
Dus indien het totaal van de oppervlak van de boringen groter zijn, dan de doorlaat, dan hebben de overige gaten geen bijdrage aan het toevoegen van verbrandingslucht.
Sterker nog, via de overbodige gaten kan de vlam ontsnappen.
Bij de Mel brander, inwendig 10 mm, zijn 4 gaten diam 5 mm precies de doorlaat van de branderbuis.
Bij de branders van de Dockyard heb ik buis 14x1mm toegepast.
Inwendige doorlaat 12 mm, doorlaat 113,14mm2. De twee toevoergaten zijn, doorlaat 9 mm, 127.28mm2, dus ruimvoldoende.
Maar door de condities in de vuurhaard moest ik toch extra luchttoevoer openingen maken.
Overigens, een modelstoomketel heeft al een zodanig slecht rendement, dat het verlies door de afgevoerde warmte van de teveel aangezogen lucht te verwaarlozen is.